io8
DE OUDNOORDSCHE BESCHAVING.
Ilav. 76. « En orthstirr deyr aldrege,
hveims sér góthan getr. »
Alles sterft, doch nimmer kan de naroem sterven.,
dien een goede verwierf.
Wilskracht in het nastreven van een doel ontbreekt
hun niet : Rindr wascht zijne handen niet, kamt zijn
haar niet, vooraleer hij Balders moordenaar tot minnarij
verleidt.
Doodslag, overspel en andere onrechtvaardigheden
worden als iets buitengewoons, iets hatelijks aanzien.
Alleen vóór den ondergang der wereld, zullen deze
zonden op de aarde algemeen worden :
Vol. 30- « Brothr mono berjask ok at bQnom verthask :
mono systrungar sifjom spil la. »
Broeders zullen zich bekampen en tot moordenaars worden,
gezusterskinders zullen de sibbe (verwantschap) schenden.
Om zich te wreken en het aangedane ongelijk te
doen vergelden, verkracht de smid Wielant ’s konings
dochter. Kostbaar zijn verder de raadgevingen, welke
de dichter in Havamal zijnen medeburgers geeft : de gast-
vrijheid moet men schenken aan den dolenden reiziger :
Hav. 3. « Matar ok vatha es manne thQrf,
theirns hefr of fjall faret. » .
Met kost en kleederen verkwik den man,
die over de rotsen vaart.
Stilzwijgendheid past den dischgenoot; in stede van
altoos het woord te voeren, doet hij beter naar ouderen
te luisteren :
Ilav. 7. « Enn vare gestr, es til verthar komr,
thunno hljóthe theger;
eyrorn hlyther, en augenn skothar. »
Een voorzichtige gast die ten disch komt,
zwijgt hoorend stil;
met ooren hoort hij, met oogen schouwt hij.
DE OUDNOORDSCHE BESCHAVING.
Ilav. 76. « En orthstirr deyr aldrege,
hveims sér góthan getr. »
Alles sterft, doch nimmer kan de naroem sterven.,
dien een goede verwierf.
Wilskracht in het nastreven van een doel ontbreekt
hun niet : Rindr wascht zijne handen niet, kamt zijn
haar niet, vooraleer hij Balders moordenaar tot minnarij
verleidt.
Doodslag, overspel en andere onrechtvaardigheden
worden als iets buitengewoons, iets hatelijks aanzien.
Alleen vóór den ondergang der wereld, zullen deze
zonden op de aarde algemeen worden :
Vol. 30- « Brothr mono berjask ok at bQnom verthask :
mono systrungar sifjom spil la. »
Broeders zullen zich bekampen en tot moordenaars worden,
gezusterskinders zullen de sibbe (verwantschap) schenden.
Om zich te wreken en het aangedane ongelijk te
doen vergelden, verkracht de smid Wielant ’s konings
dochter. Kostbaar zijn verder de raadgevingen, welke
de dichter in Havamal zijnen medeburgers geeft : de gast-
vrijheid moet men schenken aan den dolenden reiziger :
Hav. 3. « Matar ok vatha es manne thQrf,
theirns hefr of fjall faret. » .
Met kost en kleederen verkwik den man,
die over de rotsen vaart.
Stilzwijgendheid past den dischgenoot; in stede van
altoos het woord te voeren, doet hij beter naar ouderen
te luisteren :
Ilav. 7. « Enn vare gestr, es til verthar komr,
thunno hljóthe theger;
eyrorn hlyther, en augenn skothar. »
Een voorzichtige gast die ten disch komt,
zwijgt hoorend stil;
met ooren hoort hij, met oogen schouwt hij.