Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0318

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
302

HUGO VAN DER GOES.

Lam Gods des Gentschen altaarschilders, of wel de
sprekende levensgeïrouwheid der meesterlijke karakter-
koppen van Jan van Eyck in de schaduw te stellen.
Niet dan langzaam gingen, na zulk eene verbazende
vordering, de hulpmiddelen vooruit in de handen van
kundige schilders, die ijverig verder schreden op het
gebaande pad. Gehoor gevende aan de verschillende
gemoedstoestanden en smaken, legde de een zich toe
op het weêrgeven van tafereelen uit de lijdensgeschie-
denis, wier pathos de ziel van bespiegelende geloovigen
roerde, terwijl een andere meester, door het realisme
in de Madonna-figuren van Jan van Eyck verleid, tot
teederder behandeling van vrome tooneelen neigde, en
dat vol genre-achtige bekoorlijkheid deed, ofwel zich
verdiepte in de studie van het landschap, dat tot daartoe
slechts tot aanvulling der schetsen uit de heilige geschie-
denis gediend had.

Men poogde door verbeterd luchtperspectief de
begoocheling nog te verhoogen, en middengrond en
vergezicht in zachter overgangen van tinten te doen
wegsmelten, en de figuren in veel inniger verband met
het omgevende landschap te brengen. In weerwil van
ontwijfelbare verdienste en eigenaardig talent, herinnert
de kunst van een Rogier van der Weyden, een Memlinc
of een Dierick Bouts nog altijd aan dien Princeps
pictorum door wien men zelfs, gelijk te zien is in de wer-
ken van Antonello da Messina, invloed op den bloei der
schilderscholen van Florence en Venetië zag uitoefenen.

Door bijzondere fijnheden van overeenkomst wordt
H ugo van der Goes de leerling van Jan van Eyck ge-
noemd (i). In het « Schilderboeck » wordt als aanlei-

(i) Hugo a Goes, teste Vanmanderio, discipulus fuit Joannis
Eyckii, a quo mixturam olei curri coloribus in primum didicit. Sandentsi

t. z. p.
 
Annotationen