Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0448

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
430

DE EIFELDICHTER PETER ZIRBES.

zonder te weten hoe moeielijk de schrijver aan zulke
rijkheid van taal geraakte, en hoe hij in de moderne
Duitsche lyriek thuis is, zal men nauwelijks aannemen,
dat de dichter niet den gewonen weg over school
en universiteit gevolgd heeft_ Hij schept genoe-

gen in eigenaardige uitdrukkingen en weet zeldzame
woorden dichterlijk te kleuren. »

Het valt aldra op, dat hij het beste uit de Duit-
sche letterkunde met goed begrip heeft gelezen en
daarbij toch eigen aard en oorspronkelijkheid behou-
den heeft. Zoowel in vorm als in rythmus blijkt hij
volkomen tehuis.

De wankelende gezondheid van den dichter
dwong hem eindelijk het leuren vaarwel te zeggen
en zelfs den kleinhandel, dien hij reeds had opge-
richt. « Nachdem ich Merkur den Abschied gegeben,
kehrte Apollo wieder freundlich bei mir ein » schrijft
hij in zijn Lebensgang. Doch « daar men niet immer
zingen kan en de hoofdvereischte des levens de
proza is en blijft » werd hij eindelijk verzekerings-
agent. Dit, zooals hij zelf getuigt : « mehr der Ab-
wechslung als des Verdienstes wegen » want niet
alleen is de Eifelstreek arm aan geld, maar « zijn
vele klanten in geval van schavergoeding onverza-
delijk, wat de agenten van de zaak een afkeer doet
krijgen. »

Zooals het vaak gebeurt, worden ontluikende
talenten door slechte karakters, die hen omgeven,
gestikt, omdat deze zich onbekwaam voelen om ooit
een enkel lauwerblaadje te zullen plukken en die dan
ook uit nijd trachten bekrompen te houden als zij
z elven.

Dit was eveneens met Zirbes het geval.

Niet stoffelijk alleen, ook zedelijk heeft de dichter
 
Annotationen