Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0606

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
OMROEPER.

58°

komt in de volgende nummers van het jaarboek. Wie weet, of zii
nog niet te gebruiken zijn? Leonardo’s marmerzaag wordt nog tegen-
woordig in de groeven \an Carrara gebruikt.

Koninklijke Vlaamsche Academie. — In de zitting van October
werd lezing gegeven van eenen brief van Dr. Gallée, van Utrecht, over
de commissie der plaatsnamen.

De Academie neemt volgaarne de taak op zich, dit werk ten einde
te brengen.

Op voorstel van de commissie voor nieuwere taal- en letterkunde,
stemt de Academie een wensch voor de vervlaamsching der Hooge-
school van Gent.

De critische lezing van den heer Claes, Onkruid, zal voortgezet
worden in de volgende zitting.

Tot lid van de commissie van geschiedenis, bio- en bibliographie
is benoemd de heer de Gheldere.

Tot werkend lid, in vervanging van den beer Hiel, is gekozen,
Dr. Simons.

Koninkl. Akademie. — Afdeel. Letterkunde, Vergad. v. Sept.
1899. — 10 Hulde aaö de nagedachtenis van Jhr. Mr. Six, als numis-
maticus en kunstkenner, Dr. Wijnne als historicus en Dr Cosijn als
taalvorscher.

2° Voordracht van den Groningschen hoogleeraar Dr. Speyer over
« Eenige van Avodona’s stichtelijke verhalen der noordelijke Buddhisten.»
De Buddhistische h. Schrift bevat een groot aantal dezer verhalen. Die
der noordelijken, onder den naam Avodona’s reeds uitgegeven vormen
een hoofdbron voor de studie van het Buddhisme en van het oude
Indië. Die der zuidelijken (Apodora) is nog weinig onderzocht. De
spreker behandelde een nieuwen bundel en toonde aan, dat het Avodona
Catika, waarvan hij voor Petersburg een uitgave voorbereidt, ongeveer
100 j. na Christus is ontstaan. De proza-vertelsels zijn ouder dan de
metrische. De laatste, nog onvertaald, moeten geschreven zijn tusschen
de 4de en 8ste eeuw.

Zitting van g October 1899. Behalve eenige mededeelingen van
hoogleeraar Naber over Plutarchus’ Moralia wordt de geheele zitting
ingenomen door eene voordracht van den staatsraad Asser omtrent
het Permanente hof van Arbitrage. De spreker wil doen uitschijnen
dat Arbitrage geen oorlog kan beletten toch wel een einde kan maken
aan geschillen, welke nadeelig kunnen zijn voor handel en verhou-
ding tusschen de burgers.

De Paliotto in de S. Ambrosiuskerk te Milaan. Niet in de prach-
tige hoofdkerk, welke Capefigue een « colifichet majestueux » noemt,
maar in S. Ambrosius’ basilica bevindt zich een altaar, bekleed door
beeldwerk van metaal (als antipendium) in meerdere vakken de
lijdensgeschiedenis enz. voorstellende. Dit kunstwerk, herhaaldelijk
bestudeerd, moet, volgens J. Braun S J. (Stimmen aus Maria Laach,
1899, bl. 294 vlgg.) aan de ge eeuw toegeschreven worden. Twee
afbeeldingen versieren de studie, de belangrijkste welke tot nog toe
over dit werk bestaat, hetwelk, wegens de kostbaarheid, meest door
ijzerwerk bedekt en beschut is.

Ein Bühnenfestspiel aus alter Zeit, is de titel eener studie van
P. Th. Schmid (1) over een muziekdrama der 170 eeuw, eene opera 1

(1) Stimmen aus Maria Laach, 1870, bl. 014.
 
Annotationen