Stelling der Beelden &c. 235
derd, vermeerderd smerte. Hoedanig men verderde
troni-stelling van de eene Gezigt-itand de andere
door middel van een drie-hoekzc over-draager, kan
uytwerke, zulks kan men in 'c eerde , derde en vierde
Bock van Albertus Durer met verichevde Voorbeel-
den aangewezenvinden. Die lust heelt na onze voor-
gestelde maniere en die van gemelden Schryver te
arbeyden, of liever by de gis, of na zyn kop alles
wil (tellen, mag over den uytshg oordeelen welk
van dnen hem algemeender en schilderkundiger
dunkt te zyn.
Nu willen wy de kinderiyke dingen verlaten, en
tot grooter over gaan.
HET VIII. HOOFDSTUK.
Kan de Stelling der Beelden volgens de Naatuurlyk*
en toevallige siand der Beweging in allerhande
Doening.
LAat ons van de troni-stelling in 't byzonder tot
een ander voornaam en algemeen deel der
menseh-kunde over gaan; namelyk tot de tcyken-
konstige stelling van de bewegende stand der wer-
kende mensch-beelden; en daar omtrent aanwyzen
hoedaanig de beelden onder zekere linie van bcltuur
en gewigt en tegen-wigt, allerhande doeningen en
Actiën van (taan , gaan , loopen , torssen , dra-
gen, werpen, als anders, welvoegzaam en natuur-
iyk, zonder daar heen te vallen , os onmogelykhcyd
in haar doening te vertoonen, verrigten konnen:
derd, vermeerderd smerte. Hoedanig men verderde
troni-stelling van de eene Gezigt-itand de andere
door middel van een drie-hoekzc over-draager, kan
uytwerke, zulks kan men in 'c eerde , derde en vierde
Bock van Albertus Durer met verichevde Voorbeel-
den aangewezenvinden. Die lust heelt na onze voor-
gestelde maniere en die van gemelden Schryver te
arbeyden, of liever by de gis, of na zyn kop alles
wil (tellen, mag over den uytshg oordeelen welk
van dnen hem algemeender en schilderkundiger
dunkt te zyn.
Nu willen wy de kinderiyke dingen verlaten, en
tot grooter over gaan.
HET VIII. HOOFDSTUK.
Kan de Stelling der Beelden volgens de Naatuurlyk*
en toevallige siand der Beweging in allerhande
Doening.
LAat ons van de troni-stelling in 't byzonder tot
een ander voornaam en algemeen deel der
menseh-kunde over gaan; namelyk tot de tcyken-
konstige stelling van de bewegende stand der wer-
kende mensch-beelden; en daar omtrent aanwyzen
hoedaanig de beelden onder zekere linie van bcltuur
en gewigt en tegen-wigt, allerhande doeningen en
Actiën van (taan , gaan , loopen , torssen , dra-
gen, werpen, als anders, welvoegzaam en natuur-
iyk, zonder daar heen te vallen , os onmogelykhcyd
in haar doening te vertoonen, verrigten konnen: