Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Grieken, Th. M. M.
de Plant in hare Ornamentale Behandeling: met eene Inleiding : "over de Zinnebeeldige Voorstelling". 2 Titelplaten, 38 Albumplaten, 4 tekstplaten en 150 tekstfiguren — Groningen, 1888

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0142
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
PLAAT 6 en 7.

Patronen gebaseerd op het kastanjeblad en het druiveblad.

De mathematische figuur, of een samenstel van zoodanige figuren, geeft, vooral bij het
toepassen van plantendeelen of kleinere plantenvormen, gewoonlijk den hoofdvorm aan het patroon.
Zoodra die figuur of dat samenstel van figuren is bepaald, komt het er slechts op aan, in de daar-
door gevormde hoofdvakken een blad, eene groep van bladeren of eene plant gestyleerd aan te bren-
gen , de secondaire vakken of tusschenruimten, met mathematische figuren , of plantendeelen te vullen,
eindelijk in overeenstemming met de plaats, de verlichting, enz., de kleuren te kiezen. In enkele ge-
vallen is men hierbij nog aan stijl gebonden, waardoor de keus van het blad, indien men ten minste
de styleering niet te ver wil drijven , eenigszi'ns wordt beperkt. Ook de meerdere of mindere leven-
digheid , die de kleur vertoonen mag, is niet zelden aangewezen. Eigenlijk staat dit laatste met de
wijze van verlichting in het nauwste verband. — In ’t algemeen komt men verder met matte, ietwat
sombere kleuren, dan met levendige, zonder daarom in het krijtachtige, grauw vuile te vervallen,
dat sommigen in de middeleeuwsche vlakschilderingen meenen te ontdekken. — Daar vele menschen
echter liever levendige, schitterende, zoo al niet schreeuwende kleuren zien, zal men in vele ge-
vallen zich wel eenigszins naar hunne wenschen moeten richten.
De keuze van het patroon hangt ook af van de afmetingen van het voorwerp, waarbij het
gebruikt wordt. Geldt het de wandversiering van een vertrek, dan zal het patroon klein moeten
zijn bij kleine vertrekken, flinke, opgaande lijnen moeten vertoonen bij lage vertrekken, en spre-
kende horizontale vormen moeten aanwijzen bij vertrekken, die wel hoog, maar niet breed of lang
zijn, ten minste, wanneer men die te kleine afmetingen schijnbaar wil wijzigen. — Het bovenstaande
vindt men onder de artikelen patroonvorming, styleering en kleurgeving nader in dit werk
toegelicht.
De patroonvorming levert een uitgestrekt veld tot oefening, waarbij geest en smaak te pas
komen. De mathematische figuren zijn bekend, de bladvormen zijn gemakkelijk te vinden, zoodat
het er slechts op aan komt, de gegevens tot een geheel te brengen.
Bij plaat 6 vindt men op den achtergrond het blad van den Gewonen Roskastanje, ook
Wilde of Dolle Kastanje [Aesculus Hippocastamtm) genoemd, op de ware grootte afgebeeld. De
bladeren zijn zoodanig geplaatst, dat zij eene styleering gemakkelijk maken. — Behalve dezen bij
ons algemeen bekenden witbloeienden roskastanje, noemen wij alleen nog den verwanten roodbloeienden
roskastanje (Aesc. rubicunda). — De bladeren van deze zoogenoemde kastanjes verschillen zeer veel
van die van den Echten of Edelen Kastanje pCastanea sativa of vescd), welke de eetbare vruchten
levert, bij de oude Grieken goden-eikel heette en een enkelvoudig blad heeft.
De teekening licht de patroonbehandeling voldoende toe; de kleuren zijn alleen daar te ge-
bruiken , waar eene schitterende kleurbehandeling wordt gevorderd. Met behoud van het patroon
 
Annotationen