Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
ren zijn genomen. (Bij deze klimplant, waarvan wij slechts ééne inl. soort hebben, loopt de vorm
der leerachtige gladde bladeren, zelfs aan eene zelfde plant, gewoonlijk nogal uiteen.) Bij beide
patronen is door afwisseling in kleur het effect vermeerderd en de eentonigheid vermeden. Bij
fig. 3 wisselt het fond met de teekening, terwijl bij fig. i zoowel fond als teekening in kleur af-
wisselen. — Fig. 2 stelt eene zoogenoemde stamontwikkeling voor. Even als op pag. 116 met het
blad van de sterkers is geschied, kan men zich door eene plant eene as of liever een vertikaal
vlak denken, voorts een der beide daardoor ontstane deelen onder eene meer geometrische ge-
daante brengen, dat zich dan tér andere zijde symmetrisch herhaalt. Omtrent de hierbij nood-
zakelijke buiging van stengel en takken verwijzen wij naar het gezegde op pag. 113. In plaats van
hierbij de natuur te volgen, kan men zich ook een willekeurig samenstel van lijnen vormen , die dan
door eenen zeer sterk getransformeerden bladvorm worden voltooid, zoodat er aan geene vergelijking
met de natuur te denken valt. De geheele ornamentatie doet zich dan dadelijk als eene phantasie
kennen, waarbij het zeer veel op de bevallige buiging der lijnen en de kleur aankomt. — Fig. 4 stelt
het schema eener teekening voor, welke is gebaseerd op den afwisselenden bladgroei, gelijk wij
die o. a. aantreffen in: de gemeene waterkers (Nashirtium officinale, hebbende eenen kruidach-
tigen stengel, gevinde bladeren met ovale zijblaadjes en ei-hartvormig eindblaadje); de gemeene
raket {Sisymbrium officinale, met vindeelige onderste, spiesvormige hoogere bladeren); de gele
reseda {Reseda lutea,, met vinspletige bladeren); de wou d-w ikke {Vicia sylvaticd), enz. — Bij fig. 5
is de teekening gebaseerd op den vertikalen bladgroei, bijv, van het kleefkruid {Galium Aparine,
met stekelige bladeren in 6—8-tallige kransen); van het lieve-vrou wenbedstroo {Asperula odorata ,
met lancetvormige in 6—8-tallige kransen bijeenstaande bladeren), enz. — In fig. 6 is de teekening
gebaseerd op den afgebroken gevederd en groei van bladeren met variatie in de afmeting der
segmenten, bijv, in het leverkruid {Agrimonia Eupatoria, met afgebroken gevinde, aan de
onderzijde viltachtig behaarde bladeren); in de moeras-spiraea (Spiraea, Ulmaria, met afgebroken
gevinde bladeren, waarvan de blaadjes groot, eirond en gezaagd zijn, terwijl het eindblaadje grooter
én in drieën of vijven gespleten is); in het zilverschoon {Potentilla anserina, met afgebroken ge-
vinde, aan de onderzijde zilverwitte bladeren). —- De teekeningen fig. 7 en 9 wijzen op den meest
in de natuur voorkomenden bladgroei, n.1. den tegenovergestelden groei van bladeren,
gelijk wij die bijv, aantreffen in de akkerbastaarclmuur of het guichelheil {Anagallis arvensis;
de eironde bladeren zijn bij deze plant, in plaats van tegenovergesteld, ook wel eens tot drietallige
kransen vereenigd); de paarse doovenetel {Lainium purpureum, met eirond-hartvormige, gekar-
telde bladeren); de gewone koekoeksbloem of pinksterbloem (Lychnis Flos Cuculi, de wor-
telbladeren zijn spatelvormig en de stengelbladeren lancetvormig); de gewone 1 iguster (Zzévz.s'/rzzw
vuigare, met langwerpig-lancetvormige bladeren); het penningkruid [Ly simachia Nummularicffi,
de gamander-eereprijs {Veronica Chamaedrys, met hare langwerpig, gekarteld-gezaagde bladeren),
enz. — De fig. 8 eindelijk is gebaseerd op den onregelmatigen groei van tegenoverelkaar-
staande bladeren, met paring van bladeren in verschillende grootte, bijv, de wolfskers of het
doodkruid {Atropa Belladond}, enz. — Wanneer men zich de moeite wil geven, een blad van
eene der genoemde planten op het daarvoor aangewezen schema toe te passen, zal het dadelijk
blijken, welk eenen schat van motieven de natuur ons biedt. Daarbij zal men van zelf gevoerd
worden tot het samenstellen van nieuwe patronen, waarin omgebogen of omgeslagen bladeren voor-
komen , en waarbij het kleurenverschil tusschen den onder- en bovenkant van het blad wijst op het
effect, dat hierdoor in de teekening is te verkrijgen.
 
Annotationen