Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
VERKLARING DER PLATEN.

Daar de „Verklaring der Platen” geene pagineering heeft, is het duidelijk, dat de hieronder nu en dan aangehaalde
pagina’s op den voorgaanden tekst betrekking hebben. Tevens achten wij het niet ondienstig te vermelden, dat tot de versie-
ring van de „titelplaat voor in dit werk” is gebezigd de leverbloem (Hepatica triloba). Men treft ter linkerzijde
de plant naar de natuur geteekend aan, terwijl zij ter rechterzijde geheel als geschilderd ornament is behandeld, waarbij
alle schijnrelief is vermeden. Het schrift kon dus onafgebroken over de versiering heengaan. Van de Hepatica zijn de
bloempjes violet, rood of wit. Aan de plant wordt eene symbolische beteekenis toegekend. Haren naam heeft zij te danken
aan den vorm der bladlobben , welke aan dien van de lever doet denken (f)7rap lever). Vroeger kende men haar ook eene
medicinale waarde toe. (Vergelijk de fign. B op a.pl. 14 en de daarbij behoorende plaatbeschrijving). — De rand van de
„titelplaat vóór de verklaring der platen” is gebaseerd op de bloem en het jonge blad van de ganzenbloem
(vergelijk tekstpl. pag. 60 en a.pl. 28) in loopende herhaling. Met opzet is de vorm der afwisselend op elkaar volgende bloemen
en bladeren iets gewijzigd, doch zoo, dat ter wederzijde van de denkbeeldige assen over het midden der teekening, de
deelen volmaakt symmetrisch zijn , wat de contours en den stand betreft.

PLAAT 13.
Natuurlijke plantendeelen reeds ornamentale vormen.
Deze platen zijn in hoofdzaak bestemd om den overgang van den natuurlijken floravorm tot het
ornament tastbaar te maken en eenige hoofdbeginselen der ornamentatie, zooals herhaling en af-
wisselende herhaling van vormen, symmetrie enz. door de plant zelve te laten aanwijzen.
Plaat 1. Fig. 1 stelt het sneeuwklokje of zomerzotje voor met zijne echt ornamentale vormen.
De plant is een bolgewas met lijnvormige wortelbladeren; de bloemen staan alleen aan den bloem-
steel en worden gesteund door een vliezig schutblad. In het laatst der middeleeuwen heeft zij een gods-
dienstig symbolisch karakter gekregen. Fig. 2 en 3 stellen de bloem in onder- en bovenaanzicht
voor, terwijl in fig. 4 een losgeraakt kelk- en kroonblad is afgebeeld. De fig. 7 tot 12 geven een
overzicht van den geleidelijken overgang of gradatie van den normalen vorm van den meeldraad (fig. 7)
op den normalen vorm van het kelkblad (fig. 12). — Fig. 5 stelt eene dwarsdoorsnede voor over het
driehokkig vruchtbeginsel van de Vellozia elegans. — Fig. 6 is eene stamdoorsnede van de Stapelia
Hystrix. — Fig. 13 voert de doorsnede over het vruchtbeginsel van de gewone sleutelbloem {Pri-
mula vulgaris} voor oogen. Fig. 14, de bloem van het gemeen nagelkruid (Geum urbanuni},
en fig. 21, de gewone vlier (Sambucus nigra} toonen ons het effect van afwisselende vormen; bij
de eerste toch maken de langwerpig ronde , gele kroonbladeren een sterk contrast met de scherp
gepunte, groene segmenten van den bloemkelk. Dit zelfde valt op te merken bij fig. 21; de kleuren
zijn hier licht geel of roomkleurig wit. —- Fig. 18 (Vinca major} wijst op het gebruik van
onsymmetrische, en fig. 17 zilverschoon (Potentilla anserind} van symmetrische eenheden, tot het
verkrijgen van een symmetrisch geheel, terwijl fig. 15, meilelie of lelietje der dalen (Conval-
laria majahs}, ons de herhaling van gelijksoortige eenheden voor oogen voert. Fig. 19 toont ons
een symmetrisch aanzicht van het Pelargonium tomentosum , eenen zeer eigenaardigen bloemvorm;
terwijl fig. 20, het penseebloempje (Viola tricolor maxima}, ons eenen bisymmetrischen vorm
laat zien. Bij fig. 16, aardappelbl oesem (Solanum lubefosum}, is de vorm in zijaanzicht dubbel-
symmetrisch en in het horizontale vlak multisymmetrisch.
Plaat 2. Deze voert eenige karakteristieke blad- en bloemvormen voor oogen en wel : fig. 1
het pijl- of spiesvormige blad van de akkerwinde (Convolvulus arvensis} ■ fig. 7 het lancetvormige
blad van de tweejarige wederik of St. Teunisbloem (Oenothera biennis}, waarvan men het
eerste jaar een wortelroset van omgekeerd eironde, stomp toeloopende bladeren vindt; fig. 8 het
 
Annotationen