Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
— 28 —
lag, of bij eenig nadenken gemakkelijk was te vinden, anderdeels, omdat menig myth. verhaal nog
zeer verschillend wordt verklaard, waartoe men meer in ’t bijzonder de myth. handboeken dient te
raadplegen. Overigens is het duidelijk, dat de wijzen, waarop personen, zaken enz., tot het gebied
der myth. behoorende, in beeld- of schilderwerk werden voorgesteld, in den loop der tijden, althans
wat het detail betreft ,• verandering hebben ondergaan. De gegeven beschrijving is dus slechts als
eene algemeene te beschouwen. De moderne kunst heeft die voorstellingen ook onder meer moderne
vormen weten te brengen, dikwijls met behoud, zelfs vermeerdering, van hare dichterlijke waarde;
niet zelden echter leed door de moderne opvatting het dichterlijk beeld, doordien men trachtte den
beschouwer iets meer behaaglijks, niet zelden zelfs iets bovenmate zinnelijks, aan te bieden.
Dit laatste is in mindere mate het geval met de symbolische voorstellingen, die, — hoewel
dikwijls niet oorspronkelijk in gedaante, dan toch zeker nieuw in opvatting, — ontstaan zijn door
het Christendom. Het schijnt zelfs, dat men er naar is gaan streven om die vormen en figuren ,
vooral voor zooverre zij tot de periode der middeleeuwen behooren, ons in hunne primitieve ge-
daante terug te geven.
Prototype en Antitype. Symbolische voorstelling van personen in de oud-Christe-
lijke kerk en in de middeleeuwen.
In de oud-christelijke kunst en wellicht nog meer in die der middeleeuwen, was de wijze
van voorstelling, naar onze moderne opvatting namelijk, dikwijls zeer vreemd, ten minste daar
waar de voorstelling hoofdzakelijk voor een publiek was bestemd, dat men niet tot het ontwik-
kelde konde rekenen. De spotlust, die wel eens opkomt bij het zien van dergelijke vreemde
voorstellingen, verdwijnt echter geheel, wanneer men zich in die tijden verplaatst. Hij zal zelfs
niet bij hem opkomen, die in het wezen der kunst is doorgedrongen.
De symbolen der middeleeuwen waren ten deele historisch of mythisch, cl. w. z. zij duidden
eenig voorval uit de christelijke legende aan, en traden dan dikwijls als attribuut op, of wel, zij
hebben eenen zuiver moreelen zin , doordien zij een godsdienstig idee of eene christelijke religie-
waarheid verzinnelijken.
Ook dient er hier aan te worden herinnerd, dat de gedaante of het beeld, waaronder de
christelijke voorstelling verschijnt, veelal niet oorspronkelijk, maar ontleend was aan eene overeen-
komstige voorstelling uit het oude testament of de antieke sage, welke dan de prototypus van de
eerste wordt genoemd, terwijl deze wederom de antitypus heet. Wij laten hier eenige prototypen
met hare antitypen volgen, die wij ontleenen aan den armenbijbel (Biblia pauperum). De twee-
hoofdige adelaar van Elias = de dubbele geest des Heeren; arke des verbonds = moederlijf
Maria; Eva = Maria; ark — kerk; Simson of Hercules = Christus; voorzegging van Isaac of
Simson = voorzegging aan Maria; geboorte van Isaac of Simson = geboorte van Christus; besnij-
denis van Isaac. of Simson = besnijdenis van Jezus; Simson met den leeuw = verwoesting der
hel; Simson de poort dragende — Christus de poorten der hel verbrekende; Mozes voor het
brandende kreupelbosch , of Gideon voor het vlies = verkondiging aan Maria; de schepping van
Eva = geboorte van Jezus ; de groenende staf van Aron = groenende staf van Jozef; Elisa’s spij-
ziging der honderd = Christus’ spijziging der 5000; Mozes met de bron = Petrus vischvangst;
paaschlam, mannaregen = het avondmaal; het onthaal van den engel door Abraham = voetenwas-

sching; Elias voor Achab , Daniël voor Nebukadnezar = Christus voor Pilatus; offering van Isaac,
koperen slang == kruisiging; Jonas komt uit den walvisch = opstanding; Ahitophel of Absalon = zelf-
moord van Judas; David = Christus; David als echtbreker = duivel; Orpheus .= Christus; pythische
drievoet = Maria ; koning Codrus = zelfopoffering van Christus, enz.
Onder de godsdienstig-symbolische voorstellingen, die bij de ornamentatie te pas komen, noe-
men wij die van de
 
Annotationen