Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Immerzeel, Johan
De levens en werken der hollandsche en vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters: van het begin der vijftiende eeuw tot heden (2. deel) — Amsterdam: J.C. van Kesteren, 1843

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.63251#0083
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
JAG—JAN.

N. de Keijser, wien hij lot leermeester en broeder verstrekte, toen deze nog een een-
voudige boerenknaap was. De Heer Jacopsis lid van het Historisch Instituut van Frankrijk


(Institut historique de la France'). Als zijne voornaamste voortbrengsels zijn ons opge-
geven: de Slag van Beverholt; dit stuk bevindt zich in het kabinet van den Ridder
de Coninck, te Gent; hetzelve was op de Brusselsche tentoonstelling van 1836 aanwe-
zig, en werd, zoo om de gelukkige groepering, als de kracht en levendigheid van uit-
drukking en de schakering der kleuren , zeer geroemd; — de Slag van Heiligerlee
(Brussel 1839), in het kabinet van den Prins de Ligne;— de Hemelvaart van Maria.
boven het hoofdaltaar der Jezuiten kerk te Namen; — het onderloopen van een Polder.,
bij Sir Robert Peel berustende; — Kozakken die Fransche krijgsgevang enen naar Siberië
brengen, bij den Hertog van Brunswijk aanwezig.
JAGEN (Cornelis van) is een plaatsnijder te Amsterdam en een tijdgenoot geweest
van G. de Lairesse, die in zijn schilderboek hem lof toezwaait wegens zijne dienstvaar-
digheid tot het uitvoeren van eenige platen voor gemeld werk.
JAGER (Gekard de). Van dezen inboorling van Dordrecht is weinig meer bekend, dan
dat hij aldaar in het jaar 1646 in het St. Lucas gilde trad, en stille binnenwaters en
zeegezigten schilderde.
JAGT (Martinüs van der) werd te Haarlem geboren in 1747. Jelgersma en Punt
gaven hem onderwijs in de teekenkunst. Hij trok uit hetzelve zoo veel nut, dat hij zelf
een bekwaam meester werd. Eene waterverw-teekening, met vogels en vruchten, naar
Melchior de Hondekoeter, door hem fraai en uitvoerig vervaardigd, werd op eene vei-
ling voor ƒ100.00 verkocht. Hij heeft evenwel ook eigen ordonnanties van watergezigten
met schepen en schuiten geteekend. Hij is in 1805 te Zeist gestorven.
*JAMBERS (Theodorüs), genreschilder te Brussel, heeft op verschillende tentoon-
stellingen in België proeven van zijn ontwikkelend talent ingeleverd, zoo als de Schoor-
steenveger en de Ketellapper (Brussel 1833);— een oud Soldaat die zijne krijgstogten
verhaalt;— een Savoijaard die zijne lier stemt (Brussel 1836); enz.
* JANSEN (Barend). Deze Vlaamsche architect schijnt meestal in Engeland zich te
hebben opgehouden, waar hij onder de regering van Jacobus I bloeide. Hij volgde geheel
den stijl van den beroemden bouwmeester Dieterling, die onderscheiden werken over het
vak heeft geschreven. Jansen bouwde Audley-inn, bij Walden, in het Graafschap Essex,
alsmede Northumberland-house, met uitzondering van den voorgevel, die volgens Vertue
het werk van Gerard Christmas zou wezen.
J INSON (Jacobus) werd te Ambon, een onzer specerij-eilanden in de Oost-Indiën ,
 
Annotationen