DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.70215#0139
HISTORIPENNINGEN. H.Boek.
(ï) Merc.
Prang.
1620.
tome VI.
pag. 138.
(2) Neu-
ville Hist.
van Holl.
I.deel,
pag.214.
(3) Aitze-
ma zaaken
van Raat
en oorl.
I.deel,
fol. 6.
rum toe vyfhonderd ruyters, evenals aan
Johan Ernest Prins van Saxen Weymar
tweehonderd ruyters en tweeduyzend
voetgasten (1) in hun Land te moogen
werven. Ja Prins Maurits, om te belet-
ten dat de Aartshertogen geen tweeden
onderstand uyt Nederland aan Keyzer Fer-
dinand zonden , trok de Staatsche benden,
ten getale van tienduyzend voetknechten,
en dneduyzend ruyters uyt de steden, kwam
den vierentwintigsten van Oogstmaand
te Emmerik in 't Hertogdom (2) Kleef,
en ssoeg zich vervolgens een uur beneden
Kleef neder. By dit leger bevonden zich
tweeduyzend Engelschen onder het beleyd
van den Kornel Veere, die meer met oog-
luykinge dan last van Koning Jakob uyt
Engeland alhier in Hooimaand waaren
aangekomen, en door de Staaten (3) met
de noodige wapenen voorzien. Welke ne-
vens vyftienhonderd paarden van het
Staatsche leger wierden gescheyden, om
onder het beleyd van Frederik Hendrik,
Maurits halven Broeder, naar den Palts,
ten onderstand van den nieuwen Koning
van Boheeme, te trekken, en zich met de
benden der Onroomsche verbondene Vor-
sten te vereenigen. Wel is waar dat Lo-
dewyk de Velasko, op 't bevel der Aarts-
hertogen, met twaalfhonderd voetgasten 1620.
en drieduyzend (4) paarden, om die ver- ~
eeniging te beletten, in 't land van Kleef vliie Hist,
boven Wezel gelegerd was: maar Maurits Pded'"'
Broeder, den negenden van Herfstmaand ,§214,
te Bislyk over den Ryn zynde getoogen,
nam zynen weg door 't Gelderlche voor-
by Trier naar Koblents; waarbeneden hy
met zyne onderhoorige mansehap by Ha,
nou den vierden van Wynmaand met veel
moeite over den Mayn trok, en eyndelyk
te Worms zich met het (5) leger der On-
roomsche Bondgenooten vereenigde. In-
voege men in de Vereenigde Gewesten
niets dan groote zaaken te gemoete zag;
want ieder streelde zich met de hoope dat
de val der Roomsche Kerke en de verwoe-
sting,in de Openbaaringe (6) van Joannes
voorspeld, gelykook de verloting hun-
ner Geloofsgenooten, die onder 't be-
stier der Roomsche Vorsten verzucht-
(5) Aitzea
ma zaaken
van staat.
en oorl.
I.deel,
fol.7.
(6) kap.
XII. cn
XIII.
ten , thans zekerlyk voor handen waa-
ren. Hier van zag men in de Veree-
nigde Gewesten verscheydene steekelige
verbeeldingen ; te Amsterdam (7) kwam (7) Merc.
een scherp schimpdicht in 't licht ; ja 1620!°
men ziet zelve eene diergelyke ver- tome VL
wachting op deezen legpenning uytge- Pa"-437?
drukt.
Verscheydene persoonen op de aarde geknield heffen op de voorzyde, en onder het wapen der
stad Uytrecht, hunne handen naar den Hemel , vanwaar zich een helder licht alom verspreydt.
Het omschrift is dusdaanig:
LIBERATIO FIDELIUM PROPE. 1620.
DE VERLOSSING DER GELOOVIGEN IS N^BY. 1620.
Boven het Staatenwapen van Uytrecht ziet men op de tegenzyde den Draak of het Beest met (8)
zeven hoofden, en verscheydene benden tegens elkandere kryg voeren, van welke veele zich uyt Openbaar,
eerbied voor het zelve ter aarde werpen om (8) het aan te bidden ; binnen dit randschrift: kap. XIIL
*4,7#
FUTURA IN TERRIS DÈSOLATIO
DE AANSTAANDE VERWOESTING OP DE AARDE.
Onaangezien dit optrekken van Prins
Maurits, zonden de Aartshertogen een
zeer ontzaglyk leger, onder het beleyd,
(9) Aitze- van den Markgraaf Spinola, tot onderstand
vallaat" aan Keyzer Ferdinand, tegens den nieuw-
en oorl. gekooren Koning van Boheeme. Den acht-
fo/ó'1’ sten van (9) Oogstmaand van hunne Hoog-
II.Deel.
heden te Brussel afseheyd genomen heb-
bende, vertrok hy naar het leger, 't gene
zich by de Maas had verzameld, en om-
trent ( 10) dertigduyzend man sterk van alles (10) Neu^
voorzien was, dat tot deezen togt ver- ^HolL
eyscht wierdt. Van Aken toog hy den I.deel,
eenentwintigden naar Koblents, en van-
Kk daar
O
(ï) Merc.
Prang.
1620.
tome VI.
pag. 138.
(2) Neu-
ville Hist.
van Holl.
I.deel,
pag.214.
(3) Aitze-
ma zaaken
van Raat
en oorl.
I.deel,
fol. 6.
rum toe vyfhonderd ruyters, evenals aan
Johan Ernest Prins van Saxen Weymar
tweehonderd ruyters en tweeduyzend
voetgasten (1) in hun Land te moogen
werven. Ja Prins Maurits, om te belet-
ten dat de Aartshertogen geen tweeden
onderstand uyt Nederland aan Keyzer Fer-
dinand zonden , trok de Staatsche benden,
ten getale van tienduyzend voetknechten,
en dneduyzend ruyters uyt de steden, kwam
den vierentwintigsten van Oogstmaand
te Emmerik in 't Hertogdom (2) Kleef,
en ssoeg zich vervolgens een uur beneden
Kleef neder. By dit leger bevonden zich
tweeduyzend Engelschen onder het beleyd
van den Kornel Veere, die meer met oog-
luykinge dan last van Koning Jakob uyt
Engeland alhier in Hooimaand waaren
aangekomen, en door de Staaten (3) met
de noodige wapenen voorzien. Welke ne-
vens vyftienhonderd paarden van het
Staatsche leger wierden gescheyden, om
onder het beleyd van Frederik Hendrik,
Maurits halven Broeder, naar den Palts,
ten onderstand van den nieuwen Koning
van Boheeme, te trekken, en zich met de
benden der Onroomsche verbondene Vor-
sten te vereenigen. Wel is waar dat Lo-
dewyk de Velasko, op 't bevel der Aarts-
hertogen, met twaalfhonderd voetgasten 1620.
en drieduyzend (4) paarden, om die ver- ~
eeniging te beletten, in 't land van Kleef vliie Hist,
boven Wezel gelegerd was: maar Maurits Pded'"'
Broeder, den negenden van Herfstmaand ,§214,
te Bislyk over den Ryn zynde getoogen,
nam zynen weg door 't Gelderlche voor-
by Trier naar Koblents; waarbeneden hy
met zyne onderhoorige mansehap by Ha,
nou den vierden van Wynmaand met veel
moeite over den Mayn trok, en eyndelyk
te Worms zich met het (5) leger der On-
roomsche Bondgenooten vereenigde. In-
voege men in de Vereenigde Gewesten
niets dan groote zaaken te gemoete zag;
want ieder streelde zich met de hoope dat
de val der Roomsche Kerke en de verwoe-
sting,in de Openbaaringe (6) van Joannes
voorspeld, gelykook de verloting hun-
ner Geloofsgenooten, die onder 't be-
stier der Roomsche Vorsten verzucht-
(5) Aitzea
ma zaaken
van staat.
en oorl.
I.deel,
fol.7.
(6) kap.
XII. cn
XIII.
ten , thans zekerlyk voor handen waa-
ren. Hier van zag men in de Veree-
nigde Gewesten verscheydene steekelige
verbeeldingen ; te Amsterdam (7) kwam (7) Merc.
een scherp schimpdicht in 't licht ; ja 1620!°
men ziet zelve eene diergelyke ver- tome VL
wachting op deezen legpenning uytge- Pa"-437?
drukt.
Verscheydene persoonen op de aarde geknield heffen op de voorzyde, en onder het wapen der
stad Uytrecht, hunne handen naar den Hemel , vanwaar zich een helder licht alom verspreydt.
Het omschrift is dusdaanig:
LIBERATIO FIDELIUM PROPE. 1620.
DE VERLOSSING DER GELOOVIGEN IS N^BY. 1620.
Boven het Staatenwapen van Uytrecht ziet men op de tegenzyde den Draak of het Beest met (8)
zeven hoofden, en verscheydene benden tegens elkandere kryg voeren, van welke veele zich uyt Openbaar,
eerbied voor het zelve ter aarde werpen om (8) het aan te bidden ; binnen dit randschrift: kap. XIIL
*4,7#
FUTURA IN TERRIS DÈSOLATIO
DE AANSTAANDE VERWOESTING OP DE AARDE.
Onaangezien dit optrekken van Prins
Maurits, zonden de Aartshertogen een
zeer ontzaglyk leger, onder het beleyd,
(9) Aitze- van den Markgraaf Spinola, tot onderstand
vallaat" aan Keyzer Ferdinand, tegens den nieuw-
en oorl. gekooren Koning van Boheeme. Den acht-
fo/ó'1’ sten van (9) Oogstmaand van hunne Hoog-
II.Deel.
heden te Brussel afseheyd genomen heb-
bende, vertrok hy naar het leger, 't gene
zich by de Maas had verzameld, en om-
trent ( 10) dertigduyzend man sterk van alles (10) Neu^
voorzien was, dat tot deezen togt ver- ^HolL
eyscht wierdt. Van Aken toog hy den I.deel,
eenentwintigden naar Koblents, en van-
Kk daar
O