Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Oth.]; Vaillant, Isaac [Oth.]; Gosse, Pierre [Oth.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Oth.]; Hondt, Pieter de [Oth.]: Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) (In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726)

3


238

NEDERLANDSCHE

1637.


I. Het voorstuk van den eersten bevat het verheeven grondbewerp der gewonne stad, en het
ruggestuk den Leeuw der Vereenigde Gewesten, nevens eenen stapel wapenen; binnen en bo-
ven deeze woorden tot om- en opschrift:
DEO FAVente,
AUSPiciis ORDinum FOEDerati BELGir,
VIRTUTE FRederici HENrici AURaici PRincipi,
BREDA RECEPTA,
2.6. SEPTembris 1637.
BREDA, ONDER DE GUNST VAN GOD,
DOOR ?Ï BELETD DER STAATEN VAN DE VEREENIG DE
NEDERLANDEN,
EN DOOR DE DAPPERHEID VAN FREDERIK HENDRIK
PRINS VAN ORANJE,
DEN 26. VAN HERFSTMAAND DES JAARS 1637.
HERWO NNEN.
II. Op de voorzyde van den tweeden ziet men aan den eenen kant eene tursschuytin't Bredafche
ssot voeren; ter gedachtenis dat op deeze wyze door Maurits die stad eertyds gewonnen was.
Voorts wordt de Bredasche maagd door den Honger by de keel gegreepen , vermids ze Spino-
la sedert door 't uythongeren herwonnen had. Waarboven eyndelyk het wapenschild van Fre-
derik Hendrik, en een flerkgewapende arm met een bloot zwaard, onder den naam JEHO-
V AH, verbeeld staan, om aan te toonen hoe althans door Frederik Hendrik gewapender hand
de zelve stad veroverd was. Welke drie verbeeldingen dit daarrondom gestelde randschrift op-
helderdt:
ANTE