Verslagen der rijksverzamelingen van geschiedenis en kunst (3.1880)

KONINKLIJK KABINET VAN PENNINGEN EN GESNEDEN
STEENEN TE ’S GRAVENUAGE.

Ik heb de eer Uwer Excellentie aan te bieden bet verslag-omtrent de
aanwinsten van bet Koninklijk Penningkabinet gedurende bet jaar 1880,

Slechts enkele stukken , door een * aangeduid werden door ruiling
verkregen. Belangrijke geschenken , waarvan de namen der gevers ver-
meld wrorden , vielen bet Kabinet ten deel.

Merkwaardig is het aantal Nederlandsche munten door aankoop
door mij voor het Kabinet verkregen. Ook nu wederom mogt bet
mij gelukken vooral uit Duitschland eene menigte gouden munten
uit de eerste tijden der republiek te verkrijgen ; en ook nu werden
deze door opgravingen grootendeels aan het licht gebragt. Ook ver-
dient bet opmerking dat de meeste guldens uit bet begin der acht-
tiende eeuw , door konijnen in de provincie Zuidholland werden op-
gegraven.

L)e verzameling Italiaanscbe munten uit de middeneeuwen was op
bet Kabinet niet talrijk ; daarom was mij de gelegenheid zeer welkom
die te kunnen aanvullen uit bet Kabinet van een bekend buitenlandscb
muntkenner.

Wederom ging bet Muntcollegie voort aan het Kabinet over te doen
de onlangs aan ’s Rijks munt geslagen penningen en munten.

Tot wetenschappelijke doeleinden werd geen bijzonder gebruik van
bet Kabinet gemaakt, dan alleen tot het verkrijgen van een overzigt
der in de zestiende eeuw op de munt te Middelburg geslagen munten.

Het aantal bezoekers van het Kabinet bedroeg in bet afgeloopen
jaar 293 personen.

’s Gravenhage , 2 Julij 1881.

De Directeur van het Koninklijk Penningkabinet,

J. F. G. Meijer.