DOI Heft:
Uittreksel uit het Verslag van den directeur van's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.57677#0103
UITTREKSEL UIT HET VERSLAG VAN DEN DIRECTEUR VAN
’S RIJKS ETHNOGRAPHISCH MUSEUM TE LEIDEN.
Het personeel onderging geene verandering; de beambten vol-
voeren de hu o opgedragen werkzaamheden tot tevredenheid van
den Directeur. -
De toestand der gebouwen. Nog steeds schijnt bij de Regeering
het plan te bestaan om voor ’s Rijks Ethnographisch Museum een
passend gebouw te stichten. Deze gezindheid is evenwel veeleer een
nadeel dan een voordeel voor die instelling te achten, aangezien
uit dien hoofde meer ingrijpende veranderingen aan de gebouwen
worden achterwege gelaten.
Aangezien bij de begroeting voor 1893 een eerste post is voor-
gesteld voor den bouw van een nieuw Museum van Natuurlijke
Historie, zoo laat het zich aanzien, dat de uitvoering van boven-
bedoeld plan daardoor tot in een verre toekomst wordt verschoven.
Nog tal van jaren wellicht zullen de hoogst kostbare en niet te
vervangen verzamelingen van ’s Rijks Ethnographisch Museum,
weinig minder omvangrijk dan die van ’s Rijks Museum van Na-
tuurlijke Historie, blootgesteld blijven aan het brandgevaar, dat zeven
belendende particuliere woonhuizen en drie pakhuizen en werkplaat-
sen iederen dag opleveren. Nog jaren lang wellicht zullen die weten-
schappelijke schatten, inzonderheid uit onze koloniën, blijven op-
gestapeld in een veel te beperkt aantal vitrines , tot niet geringe
ergernis van binnen- en buitenlandsche deskundigen, die her-
waarts komen. in de zeker niet onbillijke verwachting, van in
de Rijksinstelling te Leiden de ethnographie der Nederlandsche
koloniën op voldoende wijze te kunnen bestudeeren. Nog jaren
lang wellicht zal dus het vergelijkend onderzoek der voorwer-
pen hoogst gebrekkig blijven door den afstand, waarop de drie
afdeelingen van het Museum van elkander gelegen zijn. De ge-
bouwen , hoezeer door de zorgen van den Hoofdopzichter der
Universiteitsgebouwen tegen lekkage beveiligd, zijn voor het doe]
waarvoor zij thans gebruikt worden, ten eenenmale ongeschikt.
7
’S RIJKS ETHNOGRAPHISCH MUSEUM TE LEIDEN.
Het personeel onderging geene verandering; de beambten vol-
voeren de hu o opgedragen werkzaamheden tot tevredenheid van
den Directeur. -
De toestand der gebouwen. Nog steeds schijnt bij de Regeering
het plan te bestaan om voor ’s Rijks Ethnographisch Museum een
passend gebouw te stichten. Deze gezindheid is evenwel veeleer een
nadeel dan een voordeel voor die instelling te achten, aangezien
uit dien hoofde meer ingrijpende veranderingen aan de gebouwen
worden achterwege gelaten.
Aangezien bij de begroeting voor 1893 een eerste post is voor-
gesteld voor den bouw van een nieuw Museum van Natuurlijke
Historie, zoo laat het zich aanzien, dat de uitvoering van boven-
bedoeld plan daardoor tot in een verre toekomst wordt verschoven.
Nog tal van jaren wellicht zullen de hoogst kostbare en niet te
vervangen verzamelingen van ’s Rijks Ethnographisch Museum,
weinig minder omvangrijk dan die van ’s Rijks Museum van Na-
tuurlijke Historie, blootgesteld blijven aan het brandgevaar, dat zeven
belendende particuliere woonhuizen en drie pakhuizen en werkplaat-
sen iederen dag opleveren. Nog jaren lang wellicht zullen die weten-
schappelijke schatten, inzonderheid uit onze koloniën, blijven op-
gestapeld in een veel te beperkt aantal vitrines , tot niet geringe
ergernis van binnen- en buitenlandsche deskundigen, die her-
waarts komen. in de zeker niet onbillijke verwachting, van in
de Rijksinstelling te Leiden de ethnographie der Nederlandsche
koloniën op voldoende wijze te kunnen bestudeeren. Nog jaren
lang wellicht zal dus het vergelijkend onderzoek der voorwer-
pen hoogst gebrekkig blijven door den afstand, waarop de drie
afdeelingen van het Museum van elkander gelegen zijn. De ge-
bouwen , hoezeer door de zorgen van den Hoofdopzichter der
Universiteitsgebouwen tegen lekkage beveiligd, zijn voor het doe]
waarvoor zij thans gebruikt worden, ten eenenmale ongeschikt.
7