Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Verslagen der rijksverzamelingen van geschiedenis en kunst — 18.1895

DOI Heft:
Rijks Ethnographisch Museum te Leiden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.61632#0225
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
215

Eenige buitenlandsche deskundigen brachten wed^r in den
afgeloopen jaarkring kortere of längere bezoeken aan het Museum
of onderwierpen sommige afdeelingen, zoover dit mogeüjk was
aan een meer grondig onderzoek.
Nu en dan gaven de voorwerpen van het Museum aanleiding
tot meer of minder uitvoerige publicaties.
Maatregelen in het belang van het Museum noodig geaeht. In het
vooriaar van 1892 werd eene expeditie naar de Tennübereilanden
speciaal naar het eiland Oeli Lit op de Oostkust van Timorlaut
gezonden , waarvoor H. M. stoomschip Koninqin Emma werd
aangewezen onder commando van nu wijlen den kapitein ter
zee Vening. Door de equipage van dien bodem werden volgens
mij van betrouwbare zijde gedane mededeelingen aldaar vrij wat
ethnographische voorwerpen verzameld. Terwijl men aan boord
in demeening verkeerde dat die verzameling voor ’s Rijks Museum
te Leiden bestemd was , werd alles aan den resident van Ambon
uitgeleverd , van wien later alhier verneinen is dat hij omvang-
rijke geschenken heeft gezonden aan Musea in het buitenland.
Of iemand , en zoo ja , wie tot de aan boord heerschende meening
aanleiding heeft gegeven is mij onbekend . doch onder dit hoofd-
stuk acht ik het niet misplaatst de wenschelijkheid uit te spreken
dat bij voorkomende gelegenheid van lioogerhand ondubbelzinnig
werde verklaard of de door beeren officieren en adelborsten bij
eenige expeditie te maken verzamelingen bestemd zijn voor
’s Rijks Museum , dan wel of zij als het persoonlijk eigendom
van den vertegenwoordiger van het civiel-hestuur zijn te be-
schouwen. Daardoor toch worden den directeur verwijten be-
spaard van niet te hebben bedankt voor geschenken die hij niet
ontvangen heeft.
De meest wenschelijke , de meest urgente maatregel echter
die in het belang van dit Museum kan genomen worden , en
die ook de vervulling van andere kan doen hopen is de oprichting
van een passend gebouw. Mocht die oprichting schipbreuk lijden,
dan is het te voorzien , dat de Museum inhoud na korter of
langer tijd in den toestand geraakt dien de ondergeteekende in
zijne pas versehenen brochure : „Museum of mesthoop” aan de
volksvertegenwoordiging heeft voorgehouden.
L e i den, October 1895.
De directeur van
's Rijks Ethnographisch Museum,
Serrurier.
 
Annotationen