Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0287

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
door Ed. geudens (i).

AT nu aangaat hetgeen de Aalmoezeniers voor

Michiel Smits in zijn jeugdigen leeftijd zouden

lillfgijgl uitgegeven hebben, deze eiseh hield evenmin
steek. De verweerder beriep zich daar tegen op den
titel 23, art. 8, van de Costumen. « Een montsoender
a en is nyet gehouden metten soenpenninghen de
« schulden van den dooden te betaelen dan alleenlick
(i t'meestergelt van den Chirurgyn ende medecyn, ten
« waere dat hy hem droech als erffgenaem van den
(( dooden. »

Deze « costuyme (voegde pleiter er bij), is tot Ant-
« werpen soo notoir ende in dusdanige vogue, dat
« men se aldaer nyet noodich en soude hebben t'alle-
« geeren ofte citeeren als wesende van oude tijden
« altoos geweest in viridissima observantia (2) enz.

Melchior Smits had zich geenszins die qualiteit van
erfgenaam zijns broeders aangematigd.

Was nu de macht, die de interventeurs van den
impetrant beweerden ontvangen te hebben, alsmede

(1) Z. Dietsche Warande, bl. 190 en vlgg.

(2) Vertaling : cc In bloeiend gebruik ».
 
Annotationen