456 OUD-CHRISTELIJKE BEELDWERKEN.
dwalingen vonden eenen bekwamen bestrijder in den
heer Wilpert, een jongen geestelijke uit Silesië, welke
sedert een aantal jaren als kapelaan aan het Campo-
santo Tedesco te Rome verblijft en zich geheel in de
studie van het onderaardsche Rome verdiept heeft (i).
In Wilperts boek worden de drie genoemde geleerden
wederlegd, en daaruit blijkt dat dezen de merkwaardig-
heden waarvan zij spreken niet met eigen oogen hebben
aanschouwd en te lichtvaardig geoordeeld hebben. Een
antwoord, door Scbulze aan Wilpert gericht, heeft deze
met eene tweede verhandeling wederlegd (2). Beiden
deze studiën vermeenen wij den oudheidskundigen te
moeten aanbevelen, al geef ik ook toe dat hierdoor
de vraag nog niet volledig opgelost is.
(1) Wilpert, Principienfrage der geistlichen Archaologie
Herder, Freiburg i. Br, 1889, 8°.
(2) Wilpert, Nochmals Principienfrage, enz. (Kam. Quar-
talschr. 1890, Freiburg, i. B., Herder, 1890.)
dwalingen vonden eenen bekwamen bestrijder in den
heer Wilpert, een jongen geestelijke uit Silesië, welke
sedert een aantal jaren als kapelaan aan het Campo-
santo Tedesco te Rome verblijft en zich geheel in de
studie van het onderaardsche Rome verdiept heeft (i).
In Wilperts boek worden de drie genoemde geleerden
wederlegd, en daaruit blijkt dat dezen de merkwaardig-
heden waarvan zij spreken niet met eigen oogen hebben
aanschouwd en te lichtvaardig geoordeeld hebben. Een
antwoord, door Scbulze aan Wilpert gericht, heeft deze
met eene tweede verhandeling wederlegd (2). Beiden
deze studiën vermeenen wij den oudheidskundigen te
moeten aanbevelen, al geef ik ook toe dat hierdoor
de vraag nog niet volledig opgelost is.
(1) Wilpert, Principienfrage der geistlichen Archaologie
Herder, Freiburg i. Br, 1889, 8°.
(2) Wilpert, Nochmals Principienfrage, enz. (Kam. Quar-
talschr. 1890, Freiburg, i. B., Herder, 1890.)