Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0525

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
HET GESLACHT VAN SCHREVEL.

zijn lof, geleerdheid en, verdienste bezongen worden,
onder anderen door C. Barleus, Petrus Seriverius,
Samuel Ampzing, C. Westerlöus, C. van Kittensteijn,
enz. Uit de meesten blijkt, dat zijne geboortestad zijne
verdienste met ondankbaarheid beantwoord heeft.

Zie ook over hem Val. Andre', Biblioth. belgica,
blz. 831 en Moreri, Grand dictionnaire kistoriqué, etc,
op den naam Schrevelius (Théodore).

J. W. te Water (i) deelt mede, dit onder hem
berustende was een latijnsch gedicht door Janus Dousa
in het album van zijn vriend Theodorus Schrevelius
geschreven

In het album van Daniël van Vlierden uit 's Her-
togenbosch, student aan de Hoogeschool te Leyden
van 15g3-i6r3, komt onder anderen ook de inschrijving
voor van Theodorus Schrevelius (2).

Hij liet zijn portret maken door Frans Hals,
welk meesterwerk vroeger in de collectie Gsell te
Weenen, thans in het bezit is van den heer E. Warneck
te Parijs (3). Naar dat schilderstuk bestaan twee koper-
gravuren, de eene door J. Suyderhoef en de andere
door R. A. Persijn. Volgens een gedicht Versus in
effigiem Theodori Schrevelij, blijkt dat door Jacob
Matham, stiefzoon en leerling van Hendrik Goltzius,
mede een portret van hem op koper gegraveerd werd.

Hij trouwde te Alkmaar, den 25n Juli 1599, met
Maria van Teylingen, geboren in 1070, overleden den

(1) Historie van het verbond en smeekschrift der Edelen,
D. III, bl. 5ii.

(2) Zie Catalogue ie la bibliothèque littéraire et artistique
de feu M. A. D. Schinkel, bl. 23, n° 188.

(3) Mededeeling van den heer E. W. Moes, adjunct-archivaris
der stad Rotterdam.
 
Annotationen