562
HEIL DEN KONING.
Maar vredezang, met vreugdeglans
Voor 't vorstenhuis, den roem des vaderlands.
De Koning staat aan 't hoofd van 't volk,
Te waak, te weer!
Hij vreest verraad, noch onweerswolk,
Geen vreemd gesmaal, geen kuil noch kolk,
Van ons is hij de trouwe tolk,
Ja, machtig zijn we, volk, door hem,
En groot wordt hij door onze stem,
Hij heerscht nu vijf-en-twintig jaar,
In vrijheidsglans!
Ontziet noch zorgen, noch bezwaar,
En dreigde ons somtijds dwanggevaar,
Hij redde als een alzegenaar,
Ja, machtig zijn we, volk, door Hem,
En groot wordt Hij door onze stem,
Allen. Slotmarsch.
In nood en eer!
In eer!
Het recht des lands.
In glans!
HEIL DEN KONING.
Maar vredezang, met vreugdeglans
Voor 't vorstenhuis, den roem des vaderlands.
De Koning staat aan 't hoofd van 't volk,
Te waak, te weer!
Hij vreest verraad, noch onweerswolk,
Geen vreemd gesmaal, geen kuil noch kolk,
Van ons is hij de trouwe tolk,
Ja, machtig zijn we, volk, door hem,
En groot wordt hij door onze stem,
Hij heerscht nu vijf-en-twintig jaar,
In vrijheidsglans!
Ontziet noch zorgen, noch bezwaar,
En dreigde ons somtijds dwanggevaar,
Hij redde als een alzegenaar,
Ja, machtig zijn we, volk, door Hem,
En groot wordt Hij door onze stem,
Allen. Slotmarsch.
In nood en eer!
In eer!
Het recht des lands.
In glans!