602 IETS OVER DEN TEGENWOORDIGEN STAND
Voorzeker, ook vroeger bestond die ongelijkheid, en zij is gegrond
op de natuur der dingen. Er moet in den staat een gezag bestaan
waar men zich naar te schikken hebbe. Doch daar was een groot prin-
ciep van gelijkheid, door het kanonisch recht trouw bewaard : allen
waren tot den arbeid verplicht, inkomen zonder arbeid gold als zeef
bedenkelijk en het opzicht daarover als dringend noodzakelijk. Sedert
den tijd, dat heidensche grondbeginsels weêr ingang vonden, werd
het juk van het kanonisch recht den machtigen en den rijken te
hard en te zwaar. Werden de voorstaanders van een streng toezicht
over den woeker zeldzamer, ook de gemeene man en de bloote
arbeider bleven immer meer zonder bescherming of steun aan de
heerschappij der rijken overgeleverd. Het is licht te begrijpen dat
dit misprijzen van den arbeid gevolgd werd van eene tegenwerking,
en dat velen, vooral diegenen, welke ten gevolge van sngodsdienstige
leerstelsels het aardsche leven als het eenige ware betrachtten)
gehoor gaven aan de oproerige leer, die de gewelddadige bevrijding
van drukkende toestanden predikte.
Kent men de geschiedenis van het ontstaan eener kwaal, zoo
is de genezing gemakkelijker. Hoe meer licht dus op de geschie-
denis van het recht van eigendom geworpen wordt, hoe gemak-
kelijker men de wijze, den tijd en den omvang der in te voeren
redmiddelen kan bepalen. Daarom is het voorzeker verblijdend de
vlijtige navorschingen op het gebied der geschiedenis der volks- en
staathuishoudkunde na te gaan, die zulke schoone vruchten als Lam-
precht ze ons bood, afwerpen. Van den anderen kant mag men het
ons, katholieken, niet ten kwade duiden, dat wij, op grond onzer
klaar afgeteekende grondbeginsels, vele zulker werken slechts als
kostbare bouwstoffen betrachten, zeker met goeden wil, maar niet
altijd met klaren blik bearbeid, doch die in handen van mannen,
welke in 't bezit der groote kristelijke beginsels zijn, dienen tot
het optrekken van een even harmonisch samengesteld als huiselijk
ingericht gebouw.
Inspruck September, 1889. Dr. A. B., Bibl.
Voorzeker, ook vroeger bestond die ongelijkheid, en zij is gegrond
op de natuur der dingen. Er moet in den staat een gezag bestaan
waar men zich naar te schikken hebbe. Doch daar was een groot prin-
ciep van gelijkheid, door het kanonisch recht trouw bewaard : allen
waren tot den arbeid verplicht, inkomen zonder arbeid gold als zeef
bedenkelijk en het opzicht daarover als dringend noodzakelijk. Sedert
den tijd, dat heidensche grondbeginsels weêr ingang vonden, werd
het juk van het kanonisch recht den machtigen en den rijken te
hard en te zwaar. Werden de voorstaanders van een streng toezicht
over den woeker zeldzamer, ook de gemeene man en de bloote
arbeider bleven immer meer zonder bescherming of steun aan de
heerschappij der rijken overgeleverd. Het is licht te begrijpen dat
dit misprijzen van den arbeid gevolgd werd van eene tegenwerking,
en dat velen, vooral diegenen, welke ten gevolge van sngodsdienstige
leerstelsels het aardsche leven als het eenige ware betrachtten)
gehoor gaven aan de oproerige leer, die de gewelddadige bevrijding
van drukkende toestanden predikte.
Kent men de geschiedenis van het ontstaan eener kwaal, zoo
is de genezing gemakkelijker. Hoe meer licht dus op de geschie-
denis van het recht van eigendom geworpen wordt, hoe gemak-
kelijker men de wijze, den tijd en den omvang der in te voeren
redmiddelen kan bepalen. Daarom is het voorzeker verblijdend de
vlijtige navorschingen op het gebied der geschiedenis der volks- en
staathuishoudkunde na te gaan, die zulke schoone vruchten als Lam-
precht ze ons bood, afwerpen. Van den anderen kant mag men het
ons, katholieken, niet ten kwade duiden, dat wij, op grond onzer
klaar afgeteekende grondbeginsels, vele zulker werken slechts als
kostbare bouwstoffen betrachten, zeker met goeden wil, maar niet
altijd met klaren blik bearbeid, doch die in handen van mannen,
welke in 't bezit der groote kristelijke beginsels zijn, dienen tot
het optrekken van een even harmonisch samengesteld als huiselijk
ingericht gebouw.
Inspruck September, 1889. Dr. A. B., Bibl.