Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0040

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
REMBRANDT-TENTOONSTELLING.

3 o

laatste kategorie ze'er hoog, en de Nachtwacht is in deze
groep de beste.

De beschouwing er van was door de commissie,
op de guldensdagen ten minste, voor het laatst bewaard,
als men de trap afdaalde, om zich naar beneden en naar
den uitgang te begeven, kon men niet meer naar boven,
naar de eigenlijke Rembrandt-tentoonstelling terug.

Dit maakte al dadelijk een vreemden, eenigszins
plechtigen indruk, die verhoogd werd, als men binnen-
trad in de groote, in duister gehouden kamer, waar
het meest omvangrijke stuk van den Meester troonde; —
glorieuslijk, alleen, zonder « pairs » in de zaal! De
machtige indruk werd nog verhoogd door ’t getemperd
licht langs de zware gordijnen, gordijnen geheel van
effen, zwart laken, die nu eens open en dan weer dicht-
geschoven werden, naarmate de zon hoogerklom of aan
den hemel daalde.

Het schoonste was het stuk als het morgenlicht, dat
goddelijk goud van die onvergetelijke Septemberdagen,
toen de tentoonstelling pas geopend was, er zachtjes
overheen speelde in fijne zigzagstralen en de schaduw
van een venster in goud deed zweven over het doek.

Zij die dit stuk enkel op de laatste, de guldens- en
kwartjesdagen hebben gezien, hebben slechts een zeer
geringen indruk van de volle glorie ervan ontvangen.
Het was voortdurend een hinderlijk gedrang in de zalen,
men moest in de vensterbanken klimmen om er iets van te
genieten, en dan nog zag men alleen het bovengedeelte
van het stuk.

Maar in die eerste dagen van September, toen de
tentoonstelling pas was geopend door onze pas gekroonde
koningin, toen heb ik dikwijls, héél alleen, in een van de
kleine vensternissen gezeten, half verborgen door de
sombere gordijnen, en toen was de Nachtwacht toch wel
 
Annotationen