GOLIATH.
50
ook de somberheid van zijn karakter verklaarde en
het aannemen van den deknaam Eiwind.
Zoodat nu Olaf, na zoo lastig zwerven, onwetens
en onwillens, in 'zijn eigen vaderland is tehuis ge-
komen, alwaar zijn vaderlijk erfdeel hem nog wacht
en hij weldra op eigen grond een huis mag bouwen.
Het doet ons goed aan het hart te weten dat de
edelmoedige Olaf niet geheel ongelukkig wordt.
Op het hof Rönnedal was met het afscheid van
Olaf alle zonneschijn verdwenen. De landman bromde
op zijne dochter : de dochter onderwierp zich gelaten
aan de wreede en hardnekkige beslissing haars vaders,
maar weigerde alle andere huwelijken, zoodat Knud,
uit verdriet, zich aan overtollig drankgebruik bezon-
digde en zijnen dood verhaastte, terwijl Margit, in
strenge verloochening-, als eene boetelinge leefde, uit
eerbied voor het vaderlijk gebod.
Olaf leeft in zijne kluis van jacht en vischvangst,
ontvangt het bezoek eerst van Rasmus, den knecht
van Rönnedal, die liefderijke groeten en geschenken
bracht van wege de meesteres, daarna van den
schilder Magnus en van Margit zelve, met dewelke
beiden hij verhevene gesprekken aanknoopt over
gelatenheid en versterving.
Zoo eindigt dan de inhoud van deze strenge,
treurige geschiedenis, waaruit dichter Weber een
pareltje heeft weten te maken van het zuiverste water.
De dichter had heel wel, door eene enkele
spitsvondigheid, of door het eenvoudig overtreden van
den wil des afgestorven vaders, die twee getrouwe
harten, die voor elkander geschapen schenen, kunnen
vereenigen, en naar den eisch der g'emeene, negen-
tiende-euwsche romanbeschaving, het geluk doen
zoeken in het verbreken van zulk een knellenden
50
ook de somberheid van zijn karakter verklaarde en
het aannemen van den deknaam Eiwind.
Zoodat nu Olaf, na zoo lastig zwerven, onwetens
en onwillens, in 'zijn eigen vaderland is tehuis ge-
komen, alwaar zijn vaderlijk erfdeel hem nog wacht
en hij weldra op eigen grond een huis mag bouwen.
Het doet ons goed aan het hart te weten dat de
edelmoedige Olaf niet geheel ongelukkig wordt.
Op het hof Rönnedal was met het afscheid van
Olaf alle zonneschijn verdwenen. De landman bromde
op zijne dochter : de dochter onderwierp zich gelaten
aan de wreede en hardnekkige beslissing haars vaders,
maar weigerde alle andere huwelijken, zoodat Knud,
uit verdriet, zich aan overtollig drankgebruik bezon-
digde en zijnen dood verhaastte, terwijl Margit, in
strenge verloochening-, als eene boetelinge leefde, uit
eerbied voor het vaderlijk gebod.
Olaf leeft in zijne kluis van jacht en vischvangst,
ontvangt het bezoek eerst van Rasmus, den knecht
van Rönnedal, die liefderijke groeten en geschenken
bracht van wege de meesteres, daarna van den
schilder Magnus en van Margit zelve, met dewelke
beiden hij verhevene gesprekken aanknoopt over
gelatenheid en versterving.
Zoo eindigt dan de inhoud van deze strenge,
treurige geschiedenis, waaruit dichter Weber een
pareltje heeft weten te maken van het zuiverste water.
De dichter had heel wel, door eene enkele
spitsvondigheid, of door het eenvoudig overtreden van
den wil des afgestorven vaders, die twee getrouwe
harten, die voor elkander geschapen schenen, kunnen
vereenigen, en naar den eisch der g'emeene, negen-
tiende-euwsche romanbeschaving, het geluk doen
zoeken in het verbreken van zulk een knellenden