Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0531

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
GOLIATH.

511

op; hij is zijner geringe afkomst indachtig; hij vraagt
als eene gunst wat hij als billijk zou kunnen aan-
zien. Hij spreekt zijne bede niet in eens uit maar
per partes, na een kleinen omweg, gelijk het een
vreezende past. Knud echter, heeft nauwelijks het
woord « Margit mij tot vrouw » gehoord of hij
waant zich in zijn vrekkig eergevoel gekwetst, schiet
uit als een dulle stier, overlaadt den edelmoedigen
jongeling met scheldwoorden en jaagt hem voor
eeuwig van zijne hoeve. Terneergeslagen, stort Olaf
zijn kroppend hart uit in edele maar toch bedwongen
verontwaardiging om het verdenken zijner eerlijkheid.
Hij somt met ontroering de weldaden op die hij in
het huis van Knud ontvangen heeft, vooral van Kari,
herdenkt nauwelijks wat hij gedaan heeft om Ivnuds
dankbaarheid te verdienen, weigert nog het achter-
stallig loon dat de gierigaard hem nu wil achter-
nawerpen en, zich tevreden houdende met zijne
vrijgesproken eer, zijne bijl en een stukje brood,
verlaat hij het hof, zonder te weten waarheen.

Hoe hoog steekt de edele Goliath, ook in zede-
lijke grootheid, boven den stijven, harteloozen meester
uit! Hij moet de hoofdrol spelen, ook blijven aandacht
en hart voortdurend naar hem gericht en is daar-
door de eenheid van indruk zoowel als de eenheid
van handeling gehandhaafd.

Wanneer nu Goliath den weg van het balling-
schap was ingeslagen, stond Margit op hem te
wachten om den afscheidsgroet te wisselen. Dit
mocht men van hare goede inborst en hare gene-
genheid verwachten! Hier worden de beide harten
gebroken, zij zweren elkander trouw voor altijd
zonder hoop op vereeniging. Zoo offeren zij het
hoogste menschelijk goed op het altaar der plicht.
 
Annotationen