Goeree, Willem: Natuurlyk En Schilderkonstig Ontwerp Der Mensch-Kunde: Lerende niet alleen de Kennis van de Gestalte, Proportie, Schoonheid, Muskele, Beweginge, Actien, Passien, en Welstand der Menschbeelden. Tot de Teykenkunde, Schilderkunde, Beeldhouwery, Bootseer en Giet-Oeffening toepassen ; Maar ook hoe zig een Mensch na dezelve Regelen, in allerhande Doeninge van Gaan, Staan, Loopen, Torssen, Dragen, Arbeyde, Spreke en andere Gebeerde, Bevallig en Verstandelyk aanstellen zal (Amsterdam, 1753 [ersch.] 1754)

Be en-Koppeling

nis A. 40. 't Onderfte gedeelte word met een dub-
bel hoofd en de knyeschys door onderlinge insehie-
ting aan het been vereenigt. Beziet het voornoem-
de dye-been, in de Beeldnis A. en B.
38. Het hoofd van het dye-been. Siet de Beeld-
nis. A.
39. De uytwendigen os grooten Omdrayer van
het dye-been: beziet de beeldnis. A.
4c. De inwendigen os kleynen Omdrayer van het
dye-been : beziet de verbeelding A.
41. De binnenfte onder-uytfeheut van het dye-
been : ziet de beeldnis A. en B.
42. Buy ten ft e onder-uytfeheut van het dye-been.
Siet de beeldnis A. en B.
43. De knye-schys, zynde een rond en breed Been
dat beweeglyk is. Syn gebruik is het lid vaingheid
, te geven in het buygen: ziet de afbeelding A.
44. Het scheenbeen, komende tulfchen de knie
en de enkel, beftaande in zyn geheel uyt twee bee-
nen , even als den onder-erm of elle-been. Het
grootste noemt men eygenthk het fcheen-been;
en het ander de fpeek os kuyt-been. Het Groot
fcheen-been heeft boven een uytfteekzel , dat van
de dye ontfangen word. Van voren is het langs-
heen icherp; waarom wy in het ttooten der fche-
nen ook ligt een fcherpe pyn gewaar worden, 't
Is meede met weynig vleesch overkleed; om de
fchoonheyd en cieraat der beenen. En gelyk de 00-
gen vooren in het hoofd gefield zyn tot wagters,
ook voor de fcheenen , zoo ziet men dat de bee-
nen van agter met meerder vleefch verzorgd zyn,
om haar zeiven te bewaren. Siet de afbeeldingen
A en B.
45-, De speek os kuytbeen zynde vry Heyn-
der