der Mensch-bedden.
cfer en dunder dan het scheen-been. Aan welk dat 't
onder en booven vaftgehegt is, maar in het midden
van den andaren wat asgeweken, beziet de afbeelding
A. en B.
46. De bmnenfte enkel: ziet de beeldnis A.
47. De buytenite enkel: beziet de beeldnis A. en
B.
48. 't Schuytwyze-been. Siet de voorige beeld-
nis.
4'y. De hiel: beziet de b^eldnis. B.
5-0. De voet, of agtervoet , hebbende zee ven
beendjeste weten , Os Calas, 't hiel-bcen. Aftra-
galu , 't koot-been. Os NavicuUre , het fchip-wyie-
been. Os Cubi-formc. \'i ccdingwyze-been; en de
drie laatfte worden in 't algemeen , Os Cnnei-forme,
dat is, wigge-beendereu by de Ontleders genoemd,
ziet de beeldnis. A.
51. De middel-voet of plant van de voet begaan-
de uyt vyf beendjes: ziet de beeldnis , A.
fx. De teenen of toonen , zyn even als de vinge-
ren vyf m 5t getal. Hebbende yder drie leden \ bc-
halven den grooten toon-, en over zulks 141' iamen.
Beziet de beeldnis A. en B. En dit is zoo , wat aan-
gaat de verklaring der beenderen. Nu zullen wy in
het volgende Hooststuk de Muskelen os Spieren be-
fchouwen \ tot welken eynde wy drie beelden , een
van vooren, een op Syde, en een van Agteren heb-
ben verzorgt , die ons tot de volgende verhandeling
zullen konnen dienen : byzonderlyk wanneermenze
na de regterhand , buyten 't boek uytssaande , ge-
duurig tegens de Vertoogfchets der Beenen, op on-
ze aanwyzing zal willen vergelyken.
Het
cfer en dunder dan het scheen-been. Aan welk dat 't
onder en booven vaftgehegt is, maar in het midden
van den andaren wat asgeweken, beziet de afbeelding
A. en B.
46. De bmnenfte enkel: ziet de beeldnis A.
47. De buytenite enkel: beziet de beeldnis A. en
B.
48. 't Schuytwyze-been. Siet de voorige beeld-
nis.
4'y. De hiel: beziet de b^eldnis. B.
5-0. De voet, of agtervoet , hebbende zee ven
beendjeste weten , Os Calas, 't hiel-bcen. Aftra-
galu , 't koot-been. Os NavicuUre , het fchip-wyie-
been. Os Cubi-formc. \'i ccdingwyze-been; en de
drie laatfte worden in 't algemeen , Os Cnnei-forme,
dat is, wigge-beendereu by de Ontleders genoemd,
ziet de beeldnis. A.
51. De middel-voet of plant van de voet begaan-
de uyt vyf beendjes: ziet de beeldnis , A.
fx. De teenen of toonen , zyn even als de vinge-
ren vyf m 5t getal. Hebbende yder drie leden \ bc-
halven den grooten toon-, en over zulks 141' iamen.
Beziet de beeldnis A. en B. En dit is zoo , wat aan-
gaat de verklaring der beenderen. Nu zullen wy in
het volgende Hooststuk de Muskelen os Spieren be-
fchouwen \ tot welken eynde wy drie beelden , een
van vooren, een op Syde, en een van Agteren heb-
ben verzorgt , die ons tot de volgende verhandeling
zullen konnen dienen : byzonderlyk wanneermenze
na de regterhand , buyten 't boek uytssaande , ge-
duurig tegens de Vertoogfchets der Beenen, op on-
ze aanwyzing zal willen vergelyken.
Het