Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
I 2

gepaard met een vroolijk, onschuldig gemoed. Zij komen zoowel bij Hennes als bij Bacchus voor, zijn
met de muzen bevriend, enz. Diensvolgens worden zij voorgesteld als schoone, jonge, zedige
meisjes, bij welke de bevalligheid en lieftalligheid uit het gansche wezen spreekt. Men stelt ze
naakt of licht gekleed voor, doch altijd in een waas van reine onschuld, in den dans elkaar omslin-
gerd houdende, getooid met rozen en mirten, ook wel, naar Pindarus, begeleid door den genius der
Harmonie. Behalve mirten en rozen krijgen zij ook dobbelsteenen tot attribuut.
Zeus vereenigt zich ook met Mnemosyne en schept:
De Musae of Muzen. — De oude mythologie kent slechts drie muzen als dochters van Uranus,
nl. Melete, Mneme en Aoede, als godinnen van het nadenken, het geheugen en het gezang,
tevens nimfen der bezielende bronnen.
Later stijgt het aantal der muzen , nu als dochters van Zeus en Mnemosyne (herinnering), tot
negen, die als godinnen van het gezang, de dichtkunst en in ’t algemeen van de schoone kunsten
vereerd werden. Zij zijn i°. Clio, de muze der geschiedenis; zij wordt zittend schrijvende afgebeeld
met eene perkamentrol en eene schrijfstift in de handen. — 2°. Calliope, de muze van het
heldendicht, eigenlijk de voornaamste onder de muzen. Zij wordt afgebeeld met eene t/uba of
trompet, die met lauriertakken is omwonden; ook wel met wastafels en eene stift. — Ofschoon zij
dit met andere muzen gemeen heeft, wordt Calliope ook genoemd als de oorsprong van Hymen,
den huwelijksgod. (Hij wordt afgebeeld als een schoon jongeling met de huwelijksfakkel in de
hand, ook wel aan een paarlensnoer, geleid door Eros en Psyche). — 30. Melpomene, muze van
het treurspel. Zij wordt afgebeeld met eenen sluier of gekroond met eenen krans van laurier- of
cipressenbladeren, ook wel met eenen diadeem op het hoofd. In de eene hand houdt zij een masker
met ernstige trekken, in de andere hand eenen dolk of een zwaard, ook wel eene kroon; haar voet
steunt op eene knots. — 40. Thalia, de muze van het klucht- en blijspel. Zij wordt afgebeeld
met een lachend masker en eenen zoogenoemclen Jocusstaf in de handen, dat is een schepter met
narrenkop er boven op, waaromheen schellen hangen. — 50. Polyhymnia of Polymnia, de
muze der hymnen of lofzangen ter eere van eenen of anderen held of god. Zij wordt in eene min
of meer ernstige, zingend voordragende houding afgebeeld, waarbij valt op te merken , dat de eerste
hymnen eenen epischen, de latere meer eenen lyrischen vorm hadden. — 6°. Urania, de muze
der sterrenkunde. Zij draagt eene kroon van sterren, heeft eene lier in de hand, en houdt den blik ten
hemel gericht; ook wordt zij wel afgebeeld, als iets met eenen staf aanwijzende op eenen hemelbol, die
voor haar ligt. — 70. Euterpe, de muze der toonkunst of lierpoëzie. Zij verschijnt omkranst met
bloemen en met twee fluiten in de hand, terwijl andere muziekinstrumenten ter zijde van haar liggen. —
8°. Erato, de muze der erotische (minne- of liefde-) gedichten en der feestelijke gezangen, ook der
mimiek. Zij wordt in zingende, ook wel in dansende houding afgebeeld, en heeft tot attributen lier, pijl,
krans van mirten en rozen, enz. — Eindelijk 90. Terpsichore, de muze der reidansen en van het
koorgezang, verschijnt in dansende houding met licht schoeisel aan de voeten en handpauken en
schellen in de handen.
Zeus zelf werd in de oudste tijden altijd voorgesteld als man op leeftijd, met baard en lange
haren. Deze haren zijn echter pruikvormig of in vlechten gerangschikt. De bekleeding was meestal
kort, later lang en rijk. — Phidias, die het ideaal van Zeus voor de kunst voltooide, stelde hem
in den tempel van Zeus te Olympia voor op eenen troon als overwinnaar en overwinning schen-
kende, met het bovenlichaam naakt, het onderlichaam bekleed (symb. nevel op den berglda, die
alleen het benedendeel ervan bedekte) met den olijfkrans op de golvende lokken; zijn blik is vast,
doch mild. Aan zijne rechterzijde hield hij de Grieksche godin der overwinning Nice (dochter van
den titan Pallas en de nimf Styx) die hem eene taenie der overwinning overreikt. Het beeld was
met ivoor, de kleederen en sandalen met goud belegd. Op de eene zuil der troonleuning stonden
 
Annotationen