DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.43156#0074
bladeren en buigt en bindt deze met behulp van takjes en grasjes zoodanig op, dat zij het korfje
deels schijnen te dragen, deels het omhullen. Hij verkreeg op die wijze eene werkelijk allerliefste
versiering, waarbij hij zijn materiaal wel geleid, maar niet beleedigcl had. — Onwillekeurig wor-
den wij tot de natuur teruggevoerd.
De natuur als moclel voor onze versieringsvormen.
Wanneer de ornamentist zich de moeite wil geven de vormen, die door de natuur worden
voortgebracht, nauwkeurig, desgevorderd met microscoop of loup gade te slaan, zal hij verbaasd
staan over den rijkdom der motieven, welke zij hem biedt. Wij behoeven hier slechts te wijzen
op de vormen, die bij de kristallisatie ontstaan’, de sneeuwvlokken (fig. "ja—e, microscopisch
waargenomen), enz.; op de doorsneden der stammen, stengels, knoppen, vruchten, enz.; eindelijk
op de uitwendig zichtbare deelen der plant. Dat de doorsneden over sommige deelen der plant
verrassende motieven leveren, die door eene eenvoudige stijleering direct tot practische toepas-
singen kunnen leiden, wijzen reeds de onderstaande figuren aan.
Fig. >]A stelt de dwars-
doorsnede voor over het
vruchtbeginsel {gen-
men , ovarium) van het
sneeuwklokj e (Galanthus
nivalis); fig. >]B over
idem van de Mesembry-
anthemum; fig. 7C idem
over de steenvrucht
van clen mispel {Mespilus)\
fig. "]D idem over eenen
k n o p van de tuinpatig
of tuinzuring {Rumex
patientia), welke vorm in
fig. "]E in meer geometrische gedaante is gebracht; fig. 7W, stelt mede eene doorsnede voor over
eenen knop en wel dien van den populier {Populus), welke in meer geometrische gedaante door
fig. 7 G wordt voorgesteld.
Op a.pl. I treffen wij nog een paar bevallige dwarsdoorsneden aan; fig. 5 stelt het driehok-
kige of driecellige vruchtbeginsel voor van de Vellozia etegans, eene plant, die in Natal thuis
behoort, terwijl wij in fig. 13, zijnde de doorsnede over het vruchtbeginsel van de gewone sleutel-
bloem {Primula vulgaris) eenen zeer schoonen ornamentalen vorm herkennen. ■— Deze vormen
zijn alle vergroot voorgesteld. Niettegenstaande het groote aantal ornamentale vormen, welke de
natuur den ornamentist aanbiedt, wil deze toch doorgaans liever de afgezaagde modellen der ouden,
die der middeleeuwen, enz. copieeren, dan zich nieuwe vormen scheppen. Laten wij de oorzaak
van dit verschijnsel nagaan.
Bezwaren van den ornamentist of den architect.
Wanneer de architect eenig werk heeft gemaakt van zijne voorbereidende studiën, dan kan
men aannemen, dat onder deze ook de plantenkunde was opgenomen. Deze wetenschap wordt,
althans bij ons te lande, door den ornamentist minder beoefend. Wat ook hiervan aan moge zijn,
doorgaans zal men ontwaren, dat zoomin de een als de ander veel met deze wetenschap op heeft.
deels schijnen te dragen, deels het omhullen. Hij verkreeg op die wijze eene werkelijk allerliefste
versiering, waarbij hij zijn materiaal wel geleid, maar niet beleedigcl had. — Onwillekeurig wor-
den wij tot de natuur teruggevoerd.
De natuur als moclel voor onze versieringsvormen.
Wanneer de ornamentist zich de moeite wil geven de vormen, die door de natuur worden
voortgebracht, nauwkeurig, desgevorderd met microscoop of loup gade te slaan, zal hij verbaasd
staan over den rijkdom der motieven, welke zij hem biedt. Wij behoeven hier slechts te wijzen
op de vormen, die bij de kristallisatie ontstaan’, de sneeuwvlokken (fig. "ja—e, microscopisch
waargenomen), enz.; op de doorsneden der stammen, stengels, knoppen, vruchten, enz.; eindelijk
op de uitwendig zichtbare deelen der plant. Dat de doorsneden over sommige deelen der plant
verrassende motieven leveren, die door eene eenvoudige stijleering direct tot practische toepas-
singen kunnen leiden, wijzen reeds de onderstaande figuren aan.
Fig. >]A stelt de dwars-
doorsnede voor over het
vruchtbeginsel {gen-
men , ovarium) van het
sneeuwklokj e (Galanthus
nivalis); fig. >]B over
idem van de Mesembry-
anthemum; fig. 7C idem
over de steenvrucht
van clen mispel {Mespilus)\
fig. "]D idem over eenen
k n o p van de tuinpatig
of tuinzuring {Rumex
patientia), welke vorm in
fig. "]E in meer geometrische gedaante is gebracht; fig. 7W, stelt mede eene doorsnede voor over
eenen knop en wel dien van den populier {Populus), welke in meer geometrische gedaante door
fig. 7 G wordt voorgesteld.
Op a.pl. I treffen wij nog een paar bevallige dwarsdoorsneden aan; fig. 5 stelt het driehok-
kige of driecellige vruchtbeginsel voor van de Vellozia etegans, eene plant, die in Natal thuis
behoort, terwijl wij in fig. 13, zijnde de doorsnede over het vruchtbeginsel van de gewone sleutel-
bloem {Primula vulgaris) eenen zeer schoonen ornamentalen vorm herkennen. ■— Deze vormen
zijn alle vergroot voorgesteld. Niettegenstaande het groote aantal ornamentale vormen, welke de
natuur den ornamentist aanbiedt, wil deze toch doorgaans liever de afgezaagde modellen der ouden,
die der middeleeuwen, enz. copieeren, dan zich nieuwe vormen scheppen. Laten wij de oorzaak
van dit verschijnsel nagaan.
Bezwaren van den ornamentist of den architect.
Wanneer de architect eenig werk heeft gemaakt van zijne voorbereidende studiën, dan kan
men aannemen, dat onder deze ook de plantenkunde was opgenomen. Deze wetenschap wordt,
althans bij ons te lande, door den ornamentist minder beoefend. Wat ook hiervan aan moge zijn,
doorgaans zal men ontwaren, dat zoomin de een als de ander veel met deze wetenschap op heeft.