Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Loon, Gerard van; Lom, Christiaan van [Oth.]; Vaillant, Isaac [Oth.]; Gosse, Pierre [Oth.]; Alberts, Rutgert Christoffel [Oth.]; Hondt, Pieter de [Oth.]
Beschryving Der Nederlandsche Historipenningen: Of beknopt Verhaal van't gene sedert de Overdracht Der Heerschappye Van Keyzer Karel Den Vyfden Op Koning Philips Zynen Zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen Vreede, In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen (Tweede Deel) — In 's Graavenhaage: By Christian Van Loom, Isaac Vaillant, Pieter Gosse, Rutgert Alberts, en Pieter De Hondt, 1726

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.70215#0084
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
NEDER LANDSCH E

74

1611. Naa het veroveren van Gulik zyn de
- -Fransche hulpbenden, onder het beleyd
(i ) Meter, van hunne Legerhoofden, den negenden (i)
Ned. Hllt van Hersstmaand van het overige leger der
'7° Prinsen Bezitteren gescheyden, en hebben,
naa bekomen verlof der Aartshertogen,
langs Luxemburg en Mazieres de rugtred
naar Vrankryk genomen. Maurits insge-
lyks van de Staaten uytdrukkelyk bevel
tot het wederkeeren ontfangen hebbende,
om den gevreesden argwaan, als of hy on-
der den schyn des Gulikschen oorlogs heel
iet anders in den zin had ,te dempen, heeft
,2) Neu. aanstonds (2) zyne krygsgereedfchappen
ville Hist. naar Duiïeldorp, en vandaar te water den
Fde^0" Ryn afgezonden ; en iszelfden achttienden
pag.^ der zelfde maand met het overige leger naar
Schenkenschans afgezakt, alwaar het ge-
scheyden en in de winterlegering gezonden
is. Staande de winter wierdt'er eene samen-
komst der in geschil zynde Vorsten te Keu-
len beleyd, alwaar de Keurvorst van Ments
en Graafvan Hohensollern, als Gemagtig-
den des Keyzers, verscheenen. Lodewyk
Landgraaf van Hessen deed verscheydene
voorssaagen tot wegneeming der verschil-
len ,doch die den Prinsen Bezitteren niet dan
onsmaakelyk voorkwaamen. De Fransche
Afgezant ssoeg wel eenen anderen weg in ,
dan die was wederom geenszins aangenaam
aan den Landgraaf en 's Keyzers Gezanten.
Ondertusschen wierden 'er verscheydene
geschriften zoo van de eene als andere zy-
(3) Vassor de tot rechtvaardiging (3) hunner gedaane
Hist.de eyschen in 't licht gegeeven: doch welke
xilLtome het verdrag meer verwyderd dan bevorderd
L pag. 81. hebben. Invoege deeze beschreeve verga-
dering onverrichter zaake scheydde, met
onderlinge aantuyging van zich vry te ken-
nen van alle de onheylen, die, mids dit

vruchtloos scheyden, den landen stonden
op te koomen. Terwyl de nabuurige lan-
den van dusdaanige tweedragtzwanger gin-
gen, genooten de Spaansche Nederlanden
eene volkome rust onder het godvruchtige
bestier der Aartshertogen: want zy, tot-
nogtoe genoegsaam enkele aanschouwers
van der gebuuren oorlog zynde, voeren
voort in hunne godsdienstige betrachtingen.
Zy leyden den eersten steen aan de prach-
tige kerk der Augustynen, der ongeschoei-
de (4) Karmelieten , der Minimen, der (4) Sanderi
Annuntiaten, en der Vrouwebroederen te Dim.'
Brussel. Het oude Hof, de woonplaats Bruxeil.
van Keyzer Karel te Mechelen , vereer- f°'3'
den zy aan de Jesuyten , om tot een ver-
blyf der nieuwe aanneemelingen dier or-
dre,staande hunne proefjaaren, te weezen.
Aan de Kanonniken der Hoofdkerke te
Antwerpen gaaven zy veele landgoederen,
omtrent vyfuuren van Gent gelegen. Aan
die van Sint(s) Goedele te Bruslel honderd rArchid'''
bunderen lands omtrent Kameryk, en die Albcrt. °
van Sint Peter te Loven meer dan tienduy- pas' 357'
zend guldens aan kerksieraaden, mids zy
het verhoogen hunner wedden hadden af-
gessaagen, uyt vreeze zoo die ryker van
jaarlykiche inkomsten waaren,dat ze geens-
zins door deLeeraars dier Hooge schoole,
maar door de kinderen der eerste Ampte-
naaren zouden worden bezeeten en inge-
ssokt. Des daverden de predikstoelen van
de godsvrucht dier Vorsten. Den gemeente
wierdt niet anders als de hoogachting tot
de zelve door de Geestlykheyd ingeboe-
zemd, 't was hunne mildheyd die men langs
de straaten opzong, hun lof, dien men
niet alleen in alle openbaare vieringen,
maar ook door het uytgeeven van deezen
legpenning in topvoerde.


Twee gestrengelde rechter handen houden op den eenen kant den vreedestaf van Merkuur,
boven eenen brandenden altaar; op wiens voorzyde de twee Grieksche letters XP staan , die de
drie eerste van 't woord CHRISTUS zyn. Nevens den altaar leest men het jaar 1611. en in
den rand dit omschrift:
FELICITAS 1ETERNA.
DE EEUWIGDUURENDE GELUKSTAAT.
Op den anderen kant wordt, rondom het gekroonde wapensehild der Aartshertogen, in den
rand dit opschrift geleezen:
ALBERTUS ET ISABELLA Dei Gratia.
AALBERT EN IZABELLE DOOR GODS GENADE.

Geen
 
Annotationen