Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Verslagen der rijksverzamelingen van geschiedenis en kunst — 18.1895

DOI Heft:
Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en gesneden Steenen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.61632#0113
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
KONINKLIJK KABINET VAN MUHTEN, PENNINGEN
EN GESNEDEN STEENEN.
Ter voldoening aan art. 17 van het Reglement voor het
Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Steenen
heb ik de eer aan Uwe Excellentie het verslag aan te bieden
over den toestand en de aanwinsten van genoemd Kabinet ge-
durende 1895.
Toestand der lokalen. In de inrichting der lokalen kwam
dit jaar geen verandering.
Ameublement.. In den loop van dit jaar mocht ik van Uwe
Excellentie de machtiging erlangen om de Gesneden Steenen
op een geheel andere wijze te gaan exposeeren en de daarvoor
noodige vitrines aan te koopen. Thans is de eerste vitrine
gereed en zijn de ingesneden Steenen (Intagli) daarin geplaatst.
Ze zijn transparant gezet, terwijl de käst voor een der vensters
in zaal I geplaatst is, zoodat de gemraen door het invallende
volle licht veel meer tot haar recht komen en het nu eerst
mogelijk is , de hooge kunstwaarde en de fijnheid der uitvoering
dezer kunstvoorwerpen volkomen te bewonderen. De steenen zijn
in mythologische volgorde naar de onderwerpen gerangschikt.
De käst is tot mijn groote tevredenheid vervaardigd door de
firmä H. P. Mutters en Zoon.
Redding smiddelen. De reddingsmiddelen bleven in denzelfden
staat. Het aanleggen eener telefonische verbinding met mijn
woonhuis blijft mij zeer gewenscht voorkomen.
Archief. Het archief werd geregeld bijgehouden. De door-
werking, waarvan ik in mijn vorige verslagen melding maakte,
is gereed. Door het samensteilen van registers op het geheele
archief wordt eventueel het zoeken naar stnkken vergemak-
kelijkt.
Personeel. De volontair , de heer A. 0. van Kerkwijk, werd
met 1 Juli benoemd tot assistent. Van hem mocht ik bij mijnen
arbeid zeer veel steun en medewerking ondervinden.
De amanuensis J. H. Coronel vroeg en verkreeg met ingang
van 1 Augustus zijn eervol ontslag. Zijn heengaan werd zeer
door mij betreurd, daar ik hem had leeren kennen als een
ijverig en bekwaam beambte. Bij Koninklijk besluit van 28
December werd de heer A. J. 0. van Gemünd tot assistent benoemd.
De bedien de Brouwer vervulde stipt zijn plicht.
 
Annotationen