Directeur van het museum of bij den Heer D. de Wild eenige twijfel mocht rijzen, het
advies moest worden gevraagd van het lid van de Commissie van Toezicht op het Frans
Halsmuseum Dr. C. Hofstede de Groot te ’s-Gravenhage.
Tevens verzocht de raad den Directeur van het museum de herstelling van een
volgend schilderij eerst dan te beginnen, als het vorige schoongemaakte doek eenigen tijd
tentoongesteld was geweest en de machtiging daartoe van Burgemeester en Wethouders
verkregen was.
Den 22en April werd begonnen met de reiniging van de «Maaltijd der officieren
van den St. Jorisdoelen”, door Frans Hals in 1616 geschilderd.
Dit, het oudst bekende stuk van den Haarlemschen grootmeester, was dermate
met bruine, blind geworden vernislagen bedekt, dat het schilderij slechts zeer onduidelijk
meer te zien was.
Door regenereeren werden deze vernissen, bestaande uit lagen mastiek, terpentijnvernis,
olievernis en balsem copaiva, weder doorschijnend gemaakt, om te zien of er ook over-
schilderingen op het doek te constateeren vielen. Deze waren op een foto in 1909 door
den Heer C. F. L. de Wild aangegeven. Het was, na het regenereeren, niet mogelijk ze
alle aan te wijzen, daar sommige niet meer te vinden waren.
Met alcohol, waarin een weinig xylol was gedaan, werden de vernislagen ver-
wijderd. Het schilderij kwam, behoudens enkele kleine beschadigingen, in een goeden
toestand voor den dag.
Het bleek dat de vernislagen op dit schuttersstuk dikker waren dan die welke de
«Regenten van het St. Elisabeth’s Gasthuis” bedekten, dat in 1918 werd gereinigd.
72
advies moest worden gevraagd van het lid van de Commissie van Toezicht op het Frans
Halsmuseum Dr. C. Hofstede de Groot te ’s-Gravenhage.
Tevens verzocht de raad den Directeur van het museum de herstelling van een
volgend schilderij eerst dan te beginnen, als het vorige schoongemaakte doek eenigen tijd
tentoongesteld was geweest en de machtiging daartoe van Burgemeester en Wethouders
verkregen was.
Den 22en April werd begonnen met de reiniging van de «Maaltijd der officieren
van den St. Jorisdoelen”, door Frans Hals in 1616 geschilderd.
Dit, het oudst bekende stuk van den Haarlemschen grootmeester, was dermate
met bruine, blind geworden vernislagen bedekt, dat het schilderij slechts zeer onduidelijk
meer te zien was.
Door regenereeren werden deze vernissen, bestaande uit lagen mastiek, terpentijnvernis,
olievernis en balsem copaiva, weder doorschijnend gemaakt, om te zien of er ook over-
schilderingen op het doek te constateeren vielen. Deze waren op een foto in 1909 door
den Heer C. F. L. de Wild aangegeven. Het was, na het regenereeren, niet mogelijk ze
alle aan te wijzen, daar sommige niet meer te vinden waren.
Met alcohol, waarin een weinig xylol was gedaan, werden de vernislagen ver-
wijderd. Het schilderij kwam, behoudens enkele kleine beschadigingen, in een goeden
toestand voor den dag.
Het bleek dat de vernislagen op dit schuttersstuk dikker waren dan die welke de
«Regenten van het St. Elisabeth’s Gasthuis” bedekten, dat in 1918 werd gereinigd.
72