DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:Keuller, L. A. J.: Oud-Roermond
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19839#0111
r
| O O O 0
ü
a
□
i
o
Q
r
IL-
| o o o o
k
o
1
ü
1
o
1
o
r
A
□ OUD-ROERMOND. □
^ ?
De grootste van de vier '), en veler Steden Moeder,
Ben moedigh op mijn Zaedt en Kudderyck geberght:
Maer ’t is mijn opper-roem dat ick der Landen hoeder J)
In syne ballinghschap gewaert heb en gebercht.
Slichtenhorst.
Toen de Redactie van het Bulletin van den Ned. Oudh. Bond mij verzocht iets samen
te stellen over Oud-Roermond, bij gelegenheid van de voorgenomen excursie van den Bond,
hoopte ik veel te kunnen putten uit datgene, wat vroegere schrijvers over Roermond en zijne
kunstwerken zouden saamgebracht of geschreven hebben. Die hoop is slechts gedeeltelijk ver-
wezenlijkt geworden. Over de geschiedenis kon ik gebruik maken van:
A. van Slichtenhorst, XIV Boeken van de Geldersse geschiedenissen, 1654;
P. J. Blink, Geschiedenis van het Nederlandsche volk;
J. Sivré, Diverse artikelen in de Provinciale Almanak van Limburg uit de tachtiger jaren;
C. J. A. Meerdink, Roermond in de Middeleeuwen, 1909. Akademisch Proefschrift.
Beschrijvingen van oude gebouwen en kunstwerken heb ik niet gevonden.
Een aantal historische gegevens werden mij met de grootste bereidwilligheid verstrekt
door den Hr Jos. Luyten en eenige foto’s door den Hr A. F. van Beurden, wien ik hierbij
mijn dank breng.
Voor de beschrijving der kunstwerken kon ik — naast eigen onderzoek — gebruik maken
van de gegevens, welke de Heer Mialaret — wien ook mijn dank — heeft verzameld als lid der
Commissie voor de Monumentenzorg. De gegevens voor de Kathedraal, de Munsterkerk, de
Vestingwerken en de Roerbrug zijn door schrijver bijeen gebracht.
Dit alles en ook de betrekkelijk korte tijd, die mij ter beschikking stond, maakt dat mijn
werk verre van volledig is. Voor meerdere volledigheid zou een grondig onderzoek, beter dan
ik tot nu toe kon verrichten, noodig zijn. De welwillende lezer gelieve dit voor oogen te houden.
Voetnoten, die alleen aanwijzen de juiste bron der aangehaalde texten en citaten, heb ik
vermeden, omdat mijn werk geen aanspraak wil maken op wetenschappelijke volledigheid. Daar-
entegen heb ik aan het einde opgggeven de voornaamste werken, die ik raadpleegde.
Ontstaan van Roermond en zijne verdedigings-werken.
»Roer-mond, ’t welk het plompe volk verkortenderwyse verdraeyt in Remond is
onder de vier Geldersse hoofd-steden de tweede in waerdigheyd, ende van omloop wel
de allergrootste, leggende aen de Maes; die alhier de Swalm, als mede de Roer naer hem
7
1) D. i. van de vier hoofdsteden der Geldersche kwartieren.
2) Graaf Arnold van Gelre.
93
| O O O 0
ü
a
□
i
o
Q
r
IL-
| o o o o
k
o
1
ü
1
o
1
o
r
A
□ OUD-ROERMOND. □
^ ?
De grootste van de vier '), en veler Steden Moeder,
Ben moedigh op mijn Zaedt en Kudderyck geberght:
Maer ’t is mijn opper-roem dat ick der Landen hoeder J)
In syne ballinghschap gewaert heb en gebercht.
Slichtenhorst.
Toen de Redactie van het Bulletin van den Ned. Oudh. Bond mij verzocht iets samen
te stellen over Oud-Roermond, bij gelegenheid van de voorgenomen excursie van den Bond,
hoopte ik veel te kunnen putten uit datgene, wat vroegere schrijvers over Roermond en zijne
kunstwerken zouden saamgebracht of geschreven hebben. Die hoop is slechts gedeeltelijk ver-
wezenlijkt geworden. Over de geschiedenis kon ik gebruik maken van:
A. van Slichtenhorst, XIV Boeken van de Geldersse geschiedenissen, 1654;
P. J. Blink, Geschiedenis van het Nederlandsche volk;
J. Sivré, Diverse artikelen in de Provinciale Almanak van Limburg uit de tachtiger jaren;
C. J. A. Meerdink, Roermond in de Middeleeuwen, 1909. Akademisch Proefschrift.
Beschrijvingen van oude gebouwen en kunstwerken heb ik niet gevonden.
Een aantal historische gegevens werden mij met de grootste bereidwilligheid verstrekt
door den Hr Jos. Luyten en eenige foto’s door den Hr A. F. van Beurden, wien ik hierbij
mijn dank breng.
Voor de beschrijving der kunstwerken kon ik — naast eigen onderzoek — gebruik maken
van de gegevens, welke de Heer Mialaret — wien ook mijn dank — heeft verzameld als lid der
Commissie voor de Monumentenzorg. De gegevens voor de Kathedraal, de Munsterkerk, de
Vestingwerken en de Roerbrug zijn door schrijver bijeen gebracht.
Dit alles en ook de betrekkelijk korte tijd, die mij ter beschikking stond, maakt dat mijn
werk verre van volledig is. Voor meerdere volledigheid zou een grondig onderzoek, beter dan
ik tot nu toe kon verrichten, noodig zijn. De welwillende lezer gelieve dit voor oogen te houden.
Voetnoten, die alleen aanwijzen de juiste bron der aangehaalde texten en citaten, heb ik
vermeden, omdat mijn werk geen aanspraak wil maken op wetenschappelijke volledigheid. Daar-
entegen heb ik aan het einde opgggeven de voornaamste werken, die ik raadpleegde.
Ontstaan van Roermond en zijne verdedigings-werken.
»Roer-mond, ’t welk het plompe volk verkortenderwyse verdraeyt in Remond is
onder de vier Geldersse hoofd-steden de tweede in waerdigheyd, ende van omloop wel
de allergrootste, leggende aen de Maes; die alhier de Swalm, als mede de Roer naer hem
7
1) D. i. van de vier hoofdsteden der Geldersche kwartieren.
2) Graaf Arnold van Gelre.
93