De Munsterkerk.
Den 16den Junj 1224 gaf Graaf Gerard III van Gelre eene akte van overdracht,
waarvan de aanhef luidt als volgt1): dus wensch ik, dat bekend worde zoowel
aan de tegenwoordige als de toekomende tijden, dat toen mijne eerbiedwaardige moeder,
met name Richarda, der wereldschen beslommeringen moede, voorgelicht door de genade
van den H. Geest, besloten had den ouden mensch af te leggen en een nieuw kleed,
n.1. dat der Cisterciënser orde, aan te trekken, zij het voornemen opvatte uit haar eigen
Afb. 13. — O. L. Vrouwe Munsterkerk. Omstr. 1863.
gebied naar een ander land te vertrekken, van welk voornemen zij door mij ... . met
moeite werd afgebracht, want ik wenschte liever, dat zij in mijne eigen landen, in de
gewenschte orde, haar leven zoude beëinden.Daarom hebben wij, Gerardus, en
Margareta mijne echtgenoote, te zamen met onzen zoon Otto, willende aan haar vromen
wensch te gemoet komen, haar, met personen der Cisterciënsers orde, zoowel broeders
als zusters haar op ons verzoek met zorg toegevoegd, met eere naar onze stad Roermond
gevoerd, en de kerk van de gelukzalige Maria altijd Maagd, daar in ons gebied gebouwd
1) Sloet, Oorkondenboek No. 473.
115
Den 16den Junj 1224 gaf Graaf Gerard III van Gelre eene akte van overdracht,
waarvan de aanhef luidt als volgt1): dus wensch ik, dat bekend worde zoowel
aan de tegenwoordige als de toekomende tijden, dat toen mijne eerbiedwaardige moeder,
met name Richarda, der wereldschen beslommeringen moede, voorgelicht door de genade
van den H. Geest, besloten had den ouden mensch af te leggen en een nieuw kleed,
n.1. dat der Cisterciënser orde, aan te trekken, zij het voornemen opvatte uit haar eigen
Afb. 13. — O. L. Vrouwe Munsterkerk. Omstr. 1863.
gebied naar een ander land te vertrekken, van welk voornemen zij door mij ... . met
moeite werd afgebracht, want ik wenschte liever, dat zij in mijne eigen landen, in de
gewenschte orde, haar leven zoude beëinden.Daarom hebben wij, Gerardus, en
Margareta mijne echtgenoote, te zamen met onzen zoon Otto, willende aan haar vromen
wensch te gemoet komen, haar, met personen der Cisterciënsers orde, zoowel broeders
als zusters haar op ons verzoek met zorg toegevoegd, met eere naar onze stad Roermond
gevoerd, en de kerk van de gelukzalige Maria altijd Maagd, daar in ons gebied gebouwd
1) Sloet, Oorkondenboek No. 473.
115