□ KORTE BERICHTEN. □
Brielle. — Ten gevolge van de gedeeltelijke opheffing der vesting worden plannen
gesmeed om tot ontmanteling over te gaan. Het is te wenschen, dat dit mooie oude
stadje hiervoor gespaard blijve.
Egmond. — Door Dr. J. H. Holwerda werd in de pers een voorloopig overzicht gegeven
van zijne opgravingen op het terrein der oude abdij. Hij meent daarbij het Albertus putje
teruggevonden te hebben te midden van de fundeering van de aan dien heilige gewijde kerk,
welke dan 25 M. lang zoude geweest zijn, dus een voor den stichtingstijd zeker belangrijk
gebouw. Volgens Dr. Holwerda was dit waarschijnlijk een houten kerkje op steenen fundeering.
In de omgeving meent hij de gracht teruggevonden te hebben van een Frankisch
kerkfort, waarvan deze kerk het middelpunt zoude gevormd hebben. De beteekenis van de
schenking dezer kerk door den Frankischen koning aan zijn «getrouwe, genaamd Dirk”,
in 922 zoude hierdoor eene bijzondere beteekenis krijgen. Een juist oordeel over de resultaten
van deze ontgraving zal men zich eerst kunnen vormen, als de uitvoerige behandeling
in de Oudheidk. mededeelingen van ’s Rijks Museum van Oudheden is verschenen.
Gevel Wagenstraat 39 te 's-Gravenhage. — In den loop van October is te ’s-Graven-
hage een der laatste overblijfselen van vroeg-17de eeuwsche architectuur, waarop deze
gemeente nog kan bogen, afgebroken.
Het is het gevelfragmentWagenstraat 39.
De benedenverdieping was reeds sedert
geruimen tijd gemoderniseerd door het
aanbrengen van een winkelpui; ook
de bovenverdieping was gewijzigd.
Wat er uit de 17de eeuw over was,
beperkte zich tot de eerste verdieping :
drie door Tudorbogen gedekte vensters,
gevat tusschen vier paar gekoppelde
pilasters, waarvan elk paar een ge-
meenschappelijk voetstuk, een dito
deklijst en een met kussens versierden
band ter halver hoogte had. De hori-
zontale lijst onder de voetstukken was, ingevolge een wijziging der vensterramen, grooten-
deels weggehakt. Deze zelfde wijziging had ook de verminking van de onder de venster-
dorpels aangebrachte schilden met festoen-versiering veroorzaakt.
De ontlastingsbogen waren getooid met engelkopjes en diamantkoppen, en de
tympans eronder met maskers, gevat tusschen voluutvormen, zooals Hendrik de Keyser
ze menigmaal toepaste. Enkele bouwdeelen zijn naar het Gemeentemuseum overgebracht.
_ E. J. HASLINGHUIS.
211
Brielle. — Ten gevolge van de gedeeltelijke opheffing der vesting worden plannen
gesmeed om tot ontmanteling over te gaan. Het is te wenschen, dat dit mooie oude
stadje hiervoor gespaard blijve.
Egmond. — Door Dr. J. H. Holwerda werd in de pers een voorloopig overzicht gegeven
van zijne opgravingen op het terrein der oude abdij. Hij meent daarbij het Albertus putje
teruggevonden te hebben te midden van de fundeering van de aan dien heilige gewijde kerk,
welke dan 25 M. lang zoude geweest zijn, dus een voor den stichtingstijd zeker belangrijk
gebouw. Volgens Dr. Holwerda was dit waarschijnlijk een houten kerkje op steenen fundeering.
In de omgeving meent hij de gracht teruggevonden te hebben van een Frankisch
kerkfort, waarvan deze kerk het middelpunt zoude gevormd hebben. De beteekenis van de
schenking dezer kerk door den Frankischen koning aan zijn «getrouwe, genaamd Dirk”,
in 922 zoude hierdoor eene bijzondere beteekenis krijgen. Een juist oordeel over de resultaten
van deze ontgraving zal men zich eerst kunnen vormen, als de uitvoerige behandeling
in de Oudheidk. mededeelingen van ’s Rijks Museum van Oudheden is verschenen.
Gevel Wagenstraat 39 te 's-Gravenhage. — In den loop van October is te ’s-Graven-
hage een der laatste overblijfselen van vroeg-17de eeuwsche architectuur, waarop deze
gemeente nog kan bogen, afgebroken.
Het is het gevelfragmentWagenstraat 39.
De benedenverdieping was reeds sedert
geruimen tijd gemoderniseerd door het
aanbrengen van een winkelpui; ook
de bovenverdieping was gewijzigd.
Wat er uit de 17de eeuw over was,
beperkte zich tot de eerste verdieping :
drie door Tudorbogen gedekte vensters,
gevat tusschen vier paar gekoppelde
pilasters, waarvan elk paar een ge-
meenschappelijk voetstuk, een dito
deklijst en een met kussens versierden
band ter halver hoogte had. De hori-
zontale lijst onder de voetstukken was, ingevolge een wijziging der vensterramen, grooten-
deels weggehakt. Deze zelfde wijziging had ook de verminking van de onder de venster-
dorpels aangebrachte schilden met festoen-versiering veroorzaakt.
De ontlastingsbogen waren getooid met engelkopjes en diamantkoppen, en de
tympans eronder met maskers, gevat tusschen voluutvormen, zooals Hendrik de Keyser
ze menigmaal toepaste. Enkele bouwdeelen zijn naar het Gemeentemuseum overgebracht.
_ E. J. HASLINGHUIS.
211