Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0211

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
EENE s» ZOENDING »

199

« Douste sone is Mondtsoender van den vader
« alleen, ende soenpenninghen behooren den oudtsten
« sone alleene toe; ende alsser gheene sone van den
<( dooden en is, ii ls dan is d'oudtste broeder van den
(( affiijvigen alleen de montsoender; ende als de doode
« geenen broeder en heeft, alsdan is de vader van
« den dooden den mondtsoender; ende wanneer de
« doode gheenen sone, broeder noch vader en heeft
<( levende, dan is de Montsoender de manspersoon,
u het zy ionck oft oudt die hem -alder naest bestaet
« van bloetsweghen van synder vaderlicke syde, ende
(( die de oudste is van vele in gelycken grade is de
« montsoender ende heeft de Soenpenninghen altvt alleen.
« (Art. 7, Titel van Salaris in 't feyt van soene). »

Daarom kon dan ook het akkoord met den dader
gemaakt, deze satisfactie niet vervangen.

Dat er geen nader mannelijke oir en was dan
Melchior, daarbij dacht de pleiter niet te moeten stil-
staan, het punt overigens door de. tegenpartij erkend
zijnde. Maar om .hem den zoen en tegelijkertijd de
zoenpenningen te doen toekennen, was er eene rede-
twisting noodig.

Want, zegde pleiter, « op dese materie schrijvende,
« Judoc. Damhouder, in sua praiica crim. cap. 49,Nur° II,
« seght : quod foemince nullo modo pacis f cedera com-
(( ponere neque donaria accipcre possunt ». (i)

Dit sloeg immers de vorige repliek gansch den bodem
in, bijzonderlijk daar, waar de Aimenkamer recht op de
zoenpenningen vorderde? En dan zou deze het nog
« zeer barbarisch durven heeten dat den oom met exclusie

(1) Vertaling : Dat de vrouwen in geene manier vermogen de
vrede-conti acten te sluiten, noch de boelpenningen te aanvaarden.
 
Annotationen