Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0260

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
248

KUNSTENAARS EN KUNSTWERKEN

den keizer Hendrik II te Nirawegen, en keerde na
dat bezoek naar Verdun terug. Spoedig echter moest
hij deze stad wederom verlaten, om thans de priorij
van Beaulieu (Beloacum, Vaslogium; te gaan bestieren.
In dit klooster zien wij Poppo voor de eerste maal
zelfstandig als bouwkundige optreden. Hij herstelde van
den grond af de vervallen muren, en gaf aan het
gansche gebouw een aanzien en een pracht, die het
nooit te voren bezeten had.

Doch ziet! in 1021 (of 1020) wordt hij op verzoek
van keizer Hendrik door Richard van Verdun, tot
abt van Stablo benoemd. Gedurende de tien eerste
jaren na zijne benoeming, vertoefde hij niet immer te
Stablo, daar zijne veelvuldige bezigheden hem dikwijls
elders riepen. Doch overal waar hij zich ophield, wnst
hij zijne neiging tot bouwkunde nieuw voedsel te ver-
schaffen.

Op het einde van het jaar ro3o liet abt Poppo
te Stablo een altaar wijden ter eere van den h. Nico-
laus, en eenige dagen daarna eene nieuwe kapel ter
eere van den h. Laurentius. Sedert dien tijd werd zijn
verblijf aldaar duurzamer, vooral nadat hij in io33
begonnen was er een nieuw klooster met eene nieuwe
kerk op te richten. Na zeven jaren aanhoudend en met
kracht doorgewerkt te hebben, kon de abt den 511 Juni
1040 het nieuwe gebouw laten inwijden (1). Dit geschiedde
in tegenwoordigheid van keizer Hendrik II en van eene
groote menigte hooggeplaatste personen des rijks. Abt
Poppo was zelf den 27011 Mei naar Luik getogen, om
den keizer persoonluk tot het feest uit te noodigen.

Het was een schitterende feestdag. Onder de Bis-

(1) Cf. Dedicatio Eccl. Stabul. D. Martene. Ampl. Coll. II,
p. 60-64.
 
Annotationen