Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0396

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
38o

NAKLANK.

werpen en erop te wijzen hoe reeds in lang verloopen
eeuwen het portretschilderen in eere werd gehouden.

De Helleensche oudheid bevestigde dit reeds door
de merkwaardige grafschilderingen — uitgevoerd door
Grieksche kunstenaars voor vijf duizend jaar — onlangs
in Egypte gevonden, en welken men verleden zomer in
het museum van oude schilderijen en nu onlangs te
Keulen heeft kunnen bewonderen.

Die schilderingen behooren den kunstkenner en
verzamelaar den heere Th. Graf te Weenem en hebben
voor het eerst een gedacht gegeven van wat de kunst
als portretschildering in de oudheid was. Deze schil-
deringen zijn herkomstig uit Egypte, alwaar, zooals
men weet, de hoogere klassen, in de derde eeuw vóór
J. C. de Grieksche beschaving hadden aangenomen.

Zij zijn ons bewaard gebleven dank aan het oude
gebruik dat den Egyptenaar kenmerkt, aan 't hoofd der
lijkkist of der mummie de beeltenis van den overledene
weer te geven. Het Griekseh-Romeinsch Egypte had
dit gebruik bewaard, maar de gebeeldhouwde hoofden,
welken men op de lijkkisten plaatste, werden lang-
zamerhand door geschilderde portretten vervangen.

Cit portret, geschilderd op een dun houten plankske,
werd boven het gelaat van den doode bevestigd met de
banden der mummie, zoodat niets dan het geschilderde
deel zichtbaar bleef en het scheen als of de doode nog
heenzag door de tusschenruimte der banden. De verwan-
ten gingen den doode aldus voorbereid bezoeken; en
het deksel van de houten kist der mummie werd dan
aan het hoofdeind geopend boven de geschilderde beeltenis.

Een tiental jaren geleden, heeft men 't eerst esnige
zulke mummiën aangetroffen in doodenvelden van Mem-
phis en Theben; maar omlangs vond men er een
groot getal op twee plaatsen der provincie d'El Faijuin,
 
Annotationen