Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0430

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
414 DOORNEN IN DEN LAUWERKRANS.

terwijl gij niet eens hebt kunnen zien dat hij stierf. »

De jonge vrouw was overeind gerezen, als een
levend beeld der smart; haar sleepend wit fluweelen
morgengewaad viel in zware plooien om haar heen;
hare vingeren waren ineen gewrongen, en haar gelaat
drukte zulk eene wanhoop uit, dat graaf Ruthven zich
zachter gestemd voelde.

« Waar... is hij? Hij nam afscheid van mij om
op reis te gaan. »

« Ja, naar het Land van waar men niet weder-
keert, en gij hebt dat niet begrepen! Hij heeft hier
liggen sterven, al die dagen in uwe onmiddellijke
nabijheid, en maar ééne vrees gekend, dat gij er door
verontrust zoudt worden; en gij hebt niets gevoeld,,
er is niets in uw hart geweest dat u zeide dat daar,
op twintig passen afstands van u, een van de edelste
levens uitdoofde die ooit eene vrouw gekend heeft. »

« Ik verdien al uwe verwijten, » sprak zij dof :
« maar zoo gij ontferming kent, breng mij dan bij
hem; er is nog veel dat ik hem zeggen moet; wij
mogen niet scheiden aleer hij dat heeft vernomen. »

« Kom dan, » klonk het ruw, en haar in zijne
armen nemende, als ware zij slechts een stroohalm
geweest, droeg hij zijne dochter naar beneden.

Aan de deur der zaal trad hem een geneesheer tegen.

« Laat Lady Mary niet binnenkomen, c< zeide hij.
snel tot den grijsaard »,.het kan den stervende toch
geen voldoening meer geven, en voor haar zelve is
het eene noodelooze pijniging. Binnen enkele oogen-
blikken is alles afgeloopen. »

« Maar ik wil naar binnen. Hij is mijn echtge-
noot; mijne plaats is aan zijne zijde, » riep de jonge
vrouw gebiedend, en in haar toon lag een klank, die-
zelfs den man der wetenschap terzijde deed treden.
 
Annotationen