EENIGE NADERE BIJZONDERHEDEN
en dus een tegenstander der gekende bul Unigenitus,
waarvan de invoering, in België, in 1713, vooral in
Leuven, de meeste gisting teweeg bracht. Om zijne
denkwijzen zag hij zich, in 1729, genoodzaakt Leuven te
verlaten en in Holland eene schuilplaats te zoeken, alwaar
hij overleed (1).
Gedurende zijn verblijf te Leuven had van Loon
onze openbare gebouwen met een onderzoekend oog
bezocht. Sprekende in zijn penningwerk van Philips
van Croy, hertog van Aerschot, in den echt getreden met
Johanna van Halewijn, die in i.565 leefde, zegt hij dat « het
gansch beuzelachtig is zijne geslachtrekening, door eene
geduurige rij van vorsten, sedert Adam tot den tegen-
woordigen tijd, te willen afleyden, gelyk eenige begunstigers
van den huyze van Croy, in de kerke van Heverlee,
buyten Loven, van dat geslacht, zoo in geschilderde
als marmere afbeeldingen, hebben getracht te doen. » (2)
Gerard van Loon verliet de « Hoogeschool van
Loven .» gelijk hij ze noemde, in 1702. Acht jaren
daarna, te weten den 5n oogst 1710, deed een fransche
buitzoeker, met name du Moulin, aan het hoofd van
5oo man, eenen aanslag op onze stad. Doch, de burgers
liepen te wapen en de Franschen moesten hun behoud
in de vlucht zoeken. In zijn penningwerk beschrijft van
Loon deze gebeurtenis met een gevoel van voldoe-
ning, de « zonderlinge getrouwheyd der lovensche bur-
gerye » verheffende. Men weet dat de bevolking, in
vergelding van haren trouw, door de Staten, in name
van Karei III, met een gouden sleutel vereerd werd.
(1) Mémoires historiques sur l'affaire de la bulle Unigenitus
dans les Pays-Bas Autrichiens (1713-1730), par 1'abbé Gabriel
du Parc de Bellegarde. Bruxelles, 1755, 8', D. 3, bl. 116.
(2) Deel I, bl. g3.
en dus een tegenstander der gekende bul Unigenitus,
waarvan de invoering, in België, in 1713, vooral in
Leuven, de meeste gisting teweeg bracht. Om zijne
denkwijzen zag hij zich, in 1729, genoodzaakt Leuven te
verlaten en in Holland eene schuilplaats te zoeken, alwaar
hij overleed (1).
Gedurende zijn verblijf te Leuven had van Loon
onze openbare gebouwen met een onderzoekend oog
bezocht. Sprekende in zijn penningwerk van Philips
van Croy, hertog van Aerschot, in den echt getreden met
Johanna van Halewijn, die in i.565 leefde, zegt hij dat « het
gansch beuzelachtig is zijne geslachtrekening, door eene
geduurige rij van vorsten, sedert Adam tot den tegen-
woordigen tijd, te willen afleyden, gelyk eenige begunstigers
van den huyze van Croy, in de kerke van Heverlee,
buyten Loven, van dat geslacht, zoo in geschilderde
als marmere afbeeldingen, hebben getracht te doen. » (2)
Gerard van Loon verliet de « Hoogeschool van
Loven .» gelijk hij ze noemde, in 1702. Acht jaren
daarna, te weten den 5n oogst 1710, deed een fransche
buitzoeker, met name du Moulin, aan het hoofd van
5oo man, eenen aanslag op onze stad. Doch, de burgers
liepen te wapen en de Franschen moesten hun behoud
in de vlucht zoeken. In zijn penningwerk beschrijft van
Loon deze gebeurtenis met een gevoel van voldoe-
ning, de « zonderlinge getrouwheyd der lovensche bur-
gerye » verheffende. Men weet dat de bevolking, in
vergelding van haren trouw, door de Staten, in name
van Karei III, met een gouden sleutel vereerd werd.
(1) Mémoires historiques sur l'affaire de la bulle Unigenitus
dans les Pays-Bas Autrichiens (1713-1730), par 1'abbé Gabriel
du Parc de Bellegarde. Bruxelles, 1755, 8', D. 3, bl. 116.
(2) Deel I, bl. g3.