Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0451

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
BOEKENKENNIS.

435

Paul's opmerkzaamheid was, zoozeer als die zijns voorgangers,
op den kruistocht tegen de Turken gericht. Hij moet voorwaar
ingezien hebben, dat zoolang in Europa mannen als Lodewijk XI,
Philips van Burgondië en andere dergelijken heerschten cr aan
eenen algèmeenen kruistocht niet viel te denken.

Des te meer legde zich Paul op de innerlijke belangen van
Italië toe en verloor de vraag, eener toenadering tot Bohème en
Rusland niet uit het oog, zoomin als het streven naar eene alge-
meene kerkvergadering. Pastor doet ons hieromtrent belangrijke
m ed ed e eli n g e n uit het archief van Gonzaga, te Mantua, en uit
de St. Marcus-boekerij, te Venetië.

Paul's opvolger, Sixtus [V was een Franciscaner observant, en
daardoor reeds bijzonder geneigd de vraag van den oorlog tegen de
Turken weder op te nemen, waarmede zijn orde zich bijzonder
had bezig gehouden.

Pastor schildert ons verder dezen moedigen paus in zijn strijd
met Lorenzo dé Medici, enz. en ontziet zich geenszins, zoowel in dit
vraagstuk als in dat van Sixtus' nepotisme, recht scherp te oordeelen :
La vérité avant tout. Toch is reeds aan Pastor door Baum-
gartner (Stimm. a. M. Laach, bl. 555) opgemerkt dat dit nepo-
tisme van Paul en Sixtus gedeeltelijk toe te schrijvm was aan
het karakter der italiaansche vorsten, die slechts roofridders geleken
welken de pronk der Renaissance omstraalde (Pastor, 44ÜJ.

Wij gelooven ook niet mis te slaan wanneer wij de ver-
heffing van kardinaal Pietro Riario tot kardinaal tevens aan diens
groote voorliefde tot h e i d e n s c h e voorstellingen toeschrijven en
aan de pracht welke de kardinaal, die zich als de « heer des-
hemels », als « Jupiter » liet begroeten, bij dergelijke gelegenheid
ontwikkelde. Pastor geeft daarvan (bl. 426-440) een sprekend tafereel.

Even klaar wordt ons verder de spaansche inquisitie geschil-
derd (541-546). Nadat de verschillende wijzen haar te beoordeelen
aan 't licht zijn gesteld, komt Pastor gelijk anderen tot het besluit
dat zij wel eene kerkelijke inrichting was, "doch dat de Staat daaraan
deelnam (545), en door wereldlijke heerschzucht gedreven haar
misbruikte, waartegen Sixtus IV zich krachtig verzette.

Aldus wijst ons Pastor eenige nieuwe gezichtspunten in half
gekende vraagstukken en opent nieuwe doorzichten.

Wij willen er nog van gewagen hoe .Tuidelijk de antipause-
lijke staatkunde van Lodewijk XI, Sixtus IV dwirgt bij Frederik III
bescherming te zoeken. Hoe het verraad den paus in Italië zelve
omgeeft en de booze hartstochten schijnen zamen te zweren om
den afweer der Turken te beletten. Hoe eindelijk de paus midden
in deze vervolging rustig en kalm stierf, na het vernemen en
betreuren van den vernederenden vrede van Bagnolo.

Pastor brengt voor dit alles nieuwe en sprekende bewijsstukken
aan (533).
 
Annotationen