Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0570

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
552

BOEKENKENNIS.

van S. Ephraem geleverd, maar het voornaamste werk, werd door
Mgr. Lamy volbracht, welke sedert 1877 met noeste vlijt alles
heeft samengegaderd wat nog onuitgegeven van Ephraem bestond.
De boekerijen van Londen, Oxford, Dublin en Parijs werden tot
dit einde doorvorscht. Rome en Mossoul leverden afschriften.

S. Ephraem is zonder eenigen twijfel de grootste schrijver van
het christelijk Oosten. Zijne schriften waren zoo geëerd dat men
die, ten tijde van den H. Hieronymus, in de kerk voordroeg. Sozo-
menes verhaalt ons dat zij reeds vóór het jaar 073 in 't grieksch
werden vertaald; vervolgens gingen zij in het latijn, in de Sla-
vische en moderne talen over. Zij verschenen ook in 't armenisch,
coptisch, araabsch en ethiopisch.

Gerard Vossius (Voskens), geb. te Loos in 't Luikerland, ver-
taalde en verzamelde de schriften van Ephrem en gaf die in drie
foliodeelen te Rome in 158g-15g8 uit. Andere uitgaven van een
gedeelte der werken waren toen reeds, sedert 1475 te Florence,
Brixia, Parijs, Straatsburg, Keulen en Venetië verschenen.

In i6o3 en 1619 verschenen nieuwe uitgaven van Vossius te
Keulen, en in 1019 eenè te Antwerpen. Eduard Thwaites gaf, in
1709, eenen griekschen tekst te Oxford uit, naar hss. der bodlei-
aansche boekerij.

Assemani en Petrus Ansbarachi gaven vervolgens eene nieuwe
reeks van drie foliodeelen syrische werken uit, welke aan die van
Vossius en Thwaites toegevoegd, in 1732 en 1736, te Rome in zes
deelen verschenen.

De aankoopen van het britsch museum en andere bibliotheken
stelden de geleerden in staat deze uitgaven volledig te maken.

Aldus kwam de nieuwe uitgave van Mgr. Lamy tot stand,
en werd allereerst door de hooge geestelijkheid in 't Oosten met
loftuitingen begroet, Dr. Kayber en Payne Smith bestudeerden' en
vertaalden daarvan aanzienlijke deelen.

Sommige werken van S. Ephraem zijn voor de Dieische
Warande van bijzonder belang, niet alleen wegens de merkwaar-
digheid der heerlijke poëzij van de Harp des H. Geestes, gelijk
Ephrem werd genoemd, maar ook wegens de treffende bijzonder-
heden over oudheden en zeden welke wij daaruit kunnen leeren,
zoo bij voorbeeld, in het thans verschenen derde deel leeren wij een
heerlijk gedicht over Joseph door %ijne broeders verkocht kennen,
alsook het tafereel der zeden van het volk der Hunnen, die
gewoonlijk door ons, westelijke humanisten en Renaissancisten of
wedergeboortelingen (!), in éénen pot met de Wandalen en Gothen
worden geworpen, om als « Barbaren » te worden verfoeid, zon-
der dat wij ooit iets anders van hen hebben geleerd dan wat de
hoogmoedige, jaloersche Romeinen ons daarvan hebben doen den-
ken. Eindelijk vinden wij hier nog drie lofzangen over het opbouwen
en herstellen der kerken.
 
Annotationen