Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0589

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
DE HOOFDKERK VAN NOYON.

verhouding zij moesten staan tot de schildbogen en
gewelfribben.

De galerij vertoont zich aan de zijde des midden-
schips in arcaden met spitsbogen van zeer schoone
proportie. In de loopgalerij heeft men de klaverblad-
bogen aangewend.

In het voorschip is de spitsboog regelmatiger vol-
gehouden, zoodat de rondbogen alleen op de loopgalerij
en de vensters te vinden zijn.

Het geheele stelsel waarin pijlers en zuilen elkander
afwisselen is op kruisgewelven van zes verschillende
deelen berekend. Het gewelf, gelijk het heden bestaat,
met twee kruisgewelven van vier deelen, boven elk schip,
is eene verandering van het einde der dertiende eeuw,
nadat de kerk in 1293 gedeeltelijk was afgebrand.

In de kruispanden bemerkt men eene verandering
van bouwplan : de bogengang bevindt zich onmiddellijk
boven de onderste vensters; hij ligt open en vormt
eenen smallen gang welke van de galerijen van 't koor
naar die van het schip loopt. Daar boven bevinden
zich twee rijen van dubbele vensters.

Het algemeen karakter des koors herinnert aan
vroeger eeuwen en is zeer ernstig; eenige bijzonderheden
zijn nog romaansch, zelfs met herinnering aan de
voorchristelijke oudheid. Doch toonen zij, gelijk in
St.-Denis, geene ernstige studie van de oudheid en ook
de uitvoering daarvan staat bij die der onderdeden van
St.-Denis koor verre achter. .

Voor de groote afmetingen der onderdeden vertoont
zich de koorruimte wat klein.

De -kruispanden hebben eene bijzondere aantrekke-
lijkheid. Vooreerst zijn de verschillende proportiën zeer
schoon gekozen, en de onderdeden, wanneer men den
ouderdom bedenkt, zeer zwierig gewerkt.
 
Annotationen