Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0670

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
BOEKENKENNIS. 647

La Renaissance des lettres et 1'essor de 1'érudition ancienne
en Belgique, par Félix Nève, prof. énd. de 1'univ. de Louvain.
membre de la cl. des lett. de L'aC. r. de Belgique. Louvain,
Charles Peeters; Paris, Leroux; Berlin Mayer et Mueller; 1890;
VIII bl. voorrede, 409 bi. tekst.

Het doel van den schrijver is : cc in 't licht te stellen, welk
deel België heeft genomen aan het werk van die beroemde eeuw,
welke voor haar tegelijk een tijd van grootheid en van lijden
was (bl. 3). »

Zij die de jaarboeken der zestiende eeuw in de oorspronke-
lijke gedenkteekenen lezen, ontdekken, zegt de schrijver, cc dat,
de ondernemingen dier tijden meestal vermengd zijn met een
geest van lichtzinnigheid en intrige, hoogmoed en stoutmoedig-
heid..... »

De heer Nève behandelt om dit te bewijzen in de eerste
plaats Erasmus en diens invloed op de studie der heidensche
oudheid, hij geeft het overzicht van een aantal schrijvers over
dezen merkwaardigen man (in een opstel vóór i5 jaren het eerst
in de jaarboeken der hoogeschool van Leuven verschenen), en
-gaat dan in de eerste plaats aanwijzen welke Erasinus' verdienste
was door de uitgave van het N. Testament in 't Grieksch,
zijne vertaling in 't latijn, enz., in 't licht stellende hoe de beroemde
schrijver eenen afkeer had van Luthers beginselen, en hij, ondanks
■al zijn spot over den toestand der katholieke Kerk, aan haar getrouw
bleef (40). Hem werd zelfs een bisdom aangeboden; doch hij meende
door zulk een ambt zijne persoonlijke onafhankelijkheid (57) te
verliezen.

Zijn werken in Brabant, zijne persoonlijke vriendschapsbanden
aldaar, worden vervolgens, meestal ten zijnen voordeele, geschilderd
en er wordt verhaald hoe alle klassen der maatschappij hem huldigden
{79). cc Hij gevoelde zich overweldigd iciccablé) door loftuitingen, na
vooraf gesteenigd te zijn geweest n (82). cc Wat ik te Leuven
geleden heb », zeide hij, cc kan niemand onbekend zijn (92). »

Nève beschouwt Erasmus hier meer als ernstigen, zelfstandigen
geleerde dan als lichtzinnigen spotter, zooals vele andere geschied-
schrijvers dit plegen te doen. De lichtzinnigheid der eeuw, waarvan
de schrijver ter inleiding spreekt, wordt dan ook hier door
Erasmus niet juist bewezen.

Dit opstel is wel het gewichtigste en voornaamste van Nève's
merkwaardig werk. Achtereenvolgens worden nu nog verscheidene
geleerden geschetst, die hoofdzakelijk te Leuven gewerkt hebben;
zoo de raadsheer Hiëronymus Busleiden, Thomas Morus, Erasrnus'
groote vriend Martinus Dorp of Dorpius, Adrianus Barlandus,
Nieolaas Cleywaerts, enz. die bijzonder den vreedzamen kruistocht
predikte, om de Arabieren te bekeeren, door de grondige kennis
hunner taal. Vele humanisten raakten aan 't einde der zestiende
 
Annotationen