DICHTKUNST EN LETTEREN.
<&m snw&scljrift
inösfaal ban $anbanIRubsBroecfr,emMirXIVe ecuto,
medegedeeld door J. F. KlECKENS, S. J.
LS merkwaardig en belangrijk ten opzichte van
oude dietsche spraak en zeden, komt ons het
volgende stuk vóór dat wij onlangs in ’s Rijks
Archieven van Brussel aantroffen, op een perka-
menten rolletje, 8 centimeters breed en qi centi-
meters lang. Jan van Ruysbroeck, de vader van
het Nederlandsche proza, was maar pas vier jaren
in den Heer ontslapen (2en december 1381), toen dit
smeekschrift voor eene ongelukkige vrouw van
Auderghem opgesteld, . aan het gemeentebestuur
onzer hoofdstad aangeboden werd.
Welke zuivere, vloeiende en keurige taal men
toen sprak in de brusselsche omstreken ! Maar ook
in welken pijnelijken toestand bevond zich alsdan
de landman die, schuldig of onnoozel, met som-
mige onmeedoogende gerechtelijke beambten te doen
had! En nochtans, waakten onze hertogen opdat
geene dwingelandij, in name der wet, zou gebruikt
worden door die roofvogels welke den naam droegen
<&m snw&scljrift
inösfaal ban $anbanIRubsBroecfr,emMirXIVe ecuto,
medegedeeld door J. F. KlECKENS, S. J.
LS merkwaardig en belangrijk ten opzichte van
oude dietsche spraak en zeden, komt ons het
volgende stuk vóór dat wij onlangs in ’s Rijks
Archieven van Brussel aantroffen, op een perka-
menten rolletje, 8 centimeters breed en qi centi-
meters lang. Jan van Ruysbroeck, de vader van
het Nederlandsche proza, was maar pas vier jaren
in den Heer ontslapen (2en december 1381), toen dit
smeekschrift voor eene ongelukkige vrouw van
Auderghem opgesteld, . aan het gemeentebestuur
onzer hoofdstad aangeboden werd.
Welke zuivere, vloeiende en keurige taal men
toen sprak in de brusselsche omstreken ! Maar ook
in welken pijnelijken toestand bevond zich alsdan
de landman die, schuldig of onnoozel, met som-
mige onmeedoogende gerechtelijke beambten te doen
had! En nochtans, waakten onze hertogen opdat
geene dwingelandij, in name der wet, zou gebruikt
worden door die roofvogels welke den naam droegen