Beeldende kunst.
Standbeeldennieuws. Een standbeeld van Mac-Mahon is onthuld
te Mustapha, bij Algiers, in tegenwoordigheid van militaire en civiele
autoriteiten en het geheele garnizoen. De gouverneur van Algerië hield
eene rede, waarin hij de militaire loopbaan schetste van Mac-Mahon, die
in Algerië zooveel lauweren had geplukt. De minister van oorlog was
vertegenwoordigd door generaal Larchey, die ook eene rede hield.
Men denkt er te Parijs aan een standbeeld voor Newton op te
richten. Zou het niet wenschelijker zijn als Engeland in deze hulde aan
den grooten natuuronderzoeker voorging ?
Te Milaan is een standbeeld voor Garibaldi onthuld.
« Der Meister des Todes Mariae. » Corn. Hofstede de Groot
houdt zich in den Nederlandschen Spectator bezig met het overzicht
van hetgeen in den laatsten tijd over dezen onbekenden genialen kunstenaar
is geschreven. I. ’s Meesters « Samenhang » met Joest van Calcar is
niet boven twijfel verheven. II. Hij leefde waarschijnlijk te Antwerpen.
(Sp. bl. 96).
P. Génard en de glasschildering. Het is nu juist eene halve
eeuw geleden, dat de geleerde archivaris van Antwerpen zijne krachten
begon te wijden aan de herstelling of versiering van de gioote kerk
van onze stad. Hij legde zich daarbij vooial toe op de geschiedenis der
glasschildering, waarvan de kerk meerdere meesterstukken bevat. In 1853
gaf hij, op raad van Ridder Leo de Burbure, zijne eerste verhandeling
over het glasraam van Engelbrecht van Nassau in het licht. Korts daarop
vervaardigde Génard met den kunstschilder Gons een album van teeke-
ningen, dat tot gids bij de herstelling van al de glasramen der kerk
zou dienen. In 1866 werd, dank aan de mildheid van den heer Jacob Jucts,
kerkmeester, de herstelling van hel glasraam van Aalbrecht en Isabella,
onder de leiding der heeren Génard en Gons, door den heer Dobbelaere
begonnen; vierjaar later werd onder de leiding van Baron Leys, Génard
en Gons de herstelling van het Nassauraam voltooid. De groote schilder
was intusschen het jaar te voren -ten grave gedaald.
Er was ondertusschen eene commissie benoemd, welke met de
leiding van al de uittevoeren werken in de O. L. Vrouwekerk zou
gelast wezen. De commissie bestemd uit de heeren Leys, Génard en
Scbadde, die bij zijnen dood door den kunstschilder Hendrix vervangen
werd. Baeckelman maakte er insgelijks deel van. Thans bestaat zij uit
de heeren Génard, Baeckelmans, Smekens en Vander Ouderaa.
Dank aan Génard’s kunstzin, ijver en oudheidkunde stijgt de kathe-
draal altoos door de heerlijkheid harer kunstwerken. Wij bieden den
verdienstelijken eerearchivaris daarom te dezer gelegenheid onze hartelijkste
gelukwenschen aan.
Antwerpen. G. S.
Standbeeldennieuws. Een standbeeld van Mac-Mahon is onthuld
te Mustapha, bij Algiers, in tegenwoordigheid van militaire en civiele
autoriteiten en het geheele garnizoen. De gouverneur van Algerië hield
eene rede, waarin hij de militaire loopbaan schetste van Mac-Mahon, die
in Algerië zooveel lauweren had geplukt. De minister van oorlog was
vertegenwoordigd door generaal Larchey, die ook eene rede hield.
Men denkt er te Parijs aan een standbeeld voor Newton op te
richten. Zou het niet wenschelijker zijn als Engeland in deze hulde aan
den grooten natuuronderzoeker voorging ?
Te Milaan is een standbeeld voor Garibaldi onthuld.
« Der Meister des Todes Mariae. » Corn. Hofstede de Groot
houdt zich in den Nederlandschen Spectator bezig met het overzicht
van hetgeen in den laatsten tijd over dezen onbekenden genialen kunstenaar
is geschreven. I. ’s Meesters « Samenhang » met Joest van Calcar is
niet boven twijfel verheven. II. Hij leefde waarschijnlijk te Antwerpen.
(Sp. bl. 96).
P. Génard en de glasschildering. Het is nu juist eene halve
eeuw geleden, dat de geleerde archivaris van Antwerpen zijne krachten
begon te wijden aan de herstelling of versiering van de gioote kerk
van onze stad. Hij legde zich daarbij vooial toe op de geschiedenis der
glasschildering, waarvan de kerk meerdere meesterstukken bevat. In 1853
gaf hij, op raad van Ridder Leo de Burbure, zijne eerste verhandeling
over het glasraam van Engelbrecht van Nassau in het licht. Korts daarop
vervaardigde Génard met den kunstschilder Gons een album van teeke-
ningen, dat tot gids bij de herstelling van al de glasramen der kerk
zou dienen. In 1866 werd, dank aan de mildheid van den heer Jacob Jucts,
kerkmeester, de herstelling van hel glasraam van Aalbrecht en Isabella,
onder de leiding der heeren Génard en Gons, door den heer Dobbelaere
begonnen; vierjaar later werd onder de leiding van Baron Leys, Génard
en Gons de herstelling van het Nassauraam voltooid. De groote schilder
was intusschen het jaar te voren -ten grave gedaald.
Er was ondertusschen eene commissie benoemd, welke met de
leiding van al de uittevoeren werken in de O. L. Vrouwekerk zou
gelast wezen. De commissie bestemd uit de heeren Leys, Génard en
Scbadde, die bij zijnen dood door den kunstschilder Hendrix vervangen
werd. Baeckelman maakte er insgelijks deel van. Thans bestaat zij uit
de heeren Génard, Baeckelmans, Smekens en Vander Ouderaa.
Dank aan Génard’s kunstzin, ijver en oudheidkunde stijgt de kathe-
draal altoos door de heerlijkheid harer kunstwerken. Wij bieden den
verdienstelijken eerearchivaris daarom te dezer gelegenheid onze hartelijkste
gelukwenschen aan.
Antwerpen. G. S.