Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0042

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
36 EENE SCHIPBREUK IN DE XVIe EEUW.

Nauwelijks was het schip, groot 80 last — dus
een dop in vergelijking met onze hedendaagsche
zeekasteelen — zeilvaardig, met zijne lading tarwe,
voorzien van munitie, poeder en lood, bemand met
17 koppen, 8 « gentelingen viersteen stucken ende
andere wapenen », « diemen tot behoef van sulcke
voyaigie vannoode ende doen heeft », of de schip-
per, Geerart Westerholt, zorgde voor mond-, liefst
voor keelbehoeften, zooals duidelijk blijkt uit deze
eerste opgave :

Guld. Stuiv. Den.

Ierst verteert op de rekeninge . '3 — 12 — o

Noch voor den dronck gegeven. 8 — 5 — 0

Voor wyn gegeven. — 12 — 0

Den volcke dwelck ick de huer
gaf ende berchgelts voor drinckgelt

gegeven.4 •— 6 — 0

Noch voor een vat gorten . . 2—1—0

Noch aenden smit.24 — 4 ■— o

Voor een boghereep ende oude

touwe.20 — g — o

Voor 120 gd. speek tot 2 st.

3 den.16 — 14 — o

Voor delen.23 — 14 — 0

Voor een hout van gorigesen

persen.. 3 — 8 — o

Een tonne pensen.

Noch voor broot.18 — 9 — 0

Voor tvertollen van tschip ende

tpaelgelt.. 8—12—0

Aen Hans Willers voor drinck-
gelt met den timmerman .... 5—2 — o

Voor 4 brieven.8—4 — 0

Voor een tonne schapenvleesch. n — 12 — o
 
Annotationen