Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0103

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
DICHTKUNST, LETTEREN.

Be B*ö*atring tmn fclrinim ^ati.

Tafereeltje uit Congo,

door PlETER DANCO.

Aan de hooggeachte Dichteres M. E. Belpaire,

LEINE Tati was gestorven_

Kent ge kleinen Tati niet?...

Een aardig snaakje van nagenoeg tien jaren,
met groote heldere kijkers, die wit afstaken op
’t gitzwarte wezen, en waaruit schranderheid straal-
de en genoegen tegenlachte; met zwart kroezelhaar
en bovendien een paar rijen ivoorblanke pareltan-
den, die zich immer bij ’t lachen, — en Tati lachte
altijd — tusschen de twee dikke, goedige neger-
lippen vertoonden.

En nu was kleine Tati dood!....

Och! dat was eene nare gebeurtenis, die eene
algemeene droefheid over de missie spreidde.

Want kleine Tati was een van de kinderen der
katholieke missie in Congo, waar hij, als kleine,
kleine jongen, werd opgenomen en opgevoed, waar
hij, arm verlaten kind, in den zendeling eenen
vader, in de andere kinderen broeders vond.
 
Annotationen