Eene heusche Waarschuwing.
door H. J. Biegelaar.
CEUmk. was een tijd in de geschiedenis van Noord
ü iÜill en Zuid — wie weet het niet ? — dat het
W"**™ « kleine volkje, » de « lieve kleinen », het
lezen leerden op school, door hardop samen te spellen.
Indien men eene overlevering gelooven mag, zouden
de jongens zoowel vroeger die van Jacob van Arte-
velde als later die van Jan de Witt « erg baldadig, »
óók « Op school » zijn geweest, ’t Was in den tijd,
toen « men » nog geen plaatjes en prenten, laat staan
prentenboeken, had, zelfs niet voor de ijverigste kin-
deren uit den rijken stand. Toch zijn de losse pren-
ten, gelijk de volksverhalen, « overoud ». Zoo ver-
kochten o. a. reizende boekverkoopers, in ’t jaar 1616,
te Doornik, het portret van « den Wandelenden Jood ».
Maar, bedriegt het geheugen schrijver dezer regels
niet, dan kwamen pas tegen het einde der zeventiende
eeuw de schoolplaten op. Was daarmede het ijs gebro-
ken? Wie kan ’t zeggen? Hoe ’t zij, de geschiedenis
onzer dagen — nadat voor ’t eerst werk is gemaakt van
kinderlezing, door den « Kinderbijbel, » den Braven
Hendrik, » « de Brave Maria, » benevens bewerkingen
door H. J. Biegelaar.
CEUmk. was een tijd in de geschiedenis van Noord
ü iÜill en Zuid — wie weet het niet ? — dat het
W"**™ « kleine volkje, » de « lieve kleinen », het
lezen leerden op school, door hardop samen te spellen.
Indien men eene overlevering gelooven mag, zouden
de jongens zoowel vroeger die van Jacob van Arte-
velde als later die van Jan de Witt « erg baldadig, »
óók « Op school » zijn geweest, ’t Was in den tijd,
toen « men » nog geen plaatjes en prenten, laat staan
prentenboeken, had, zelfs niet voor de ijverigste kin-
deren uit den rijken stand. Toch zijn de losse pren-
ten, gelijk de volksverhalen, « overoud ». Zoo ver-
kochten o. a. reizende boekverkoopers, in ’t jaar 1616,
te Doornik, het portret van « den Wandelenden Jood ».
Maar, bedriegt het geheugen schrijver dezer regels
niet, dan kwamen pas tegen het einde der zeventiende
eeuw de schoolplaten op. Was daarmede het ijs gebro-
ken? Wie kan ’t zeggen? Hoe ’t zij, de geschiedenis
onzer dagen — nadat voor ’t eerst werk is gemaakt van
kinderlezing, door den « Kinderbijbel, » den Braven
Hendrik, » « de Brave Maria, » benevens bewerkingen