Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0230

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
BEELDHOUW-, SCHILDERKUNST, ENZ.

3ets ober «gobelins,

door A. VAN REDICHEM, (l)

(Slot.)

nieuwe weverij waarvan wij hierboven, bl. 163,
hebben gesproken, vervaardigde onder anderen

- ' een tapijt voorstellende koning Mausolus en
Artimisia, van 252 vierk. ellen. Zij ontving zooveel
voorrechten, dat zij den hoogsten nijd der andere
meester wevers — een aanzienlijk, wijd vertakt gild

— opwekte, zoozelfs, dat soms kleine oproertjes uit-
barstten, die echter eindigden als alle stormen in een
glas water.

Toen, na de vreeselijke burgeroorlogen, die Frank-
rijk zoo lang hadden verscheurd en geteisterd, het
land, onder Hendrik IV, eindelijk weer tot rust kwam,
trok deze vorst zich ook de bijna ten ondergegane
kunst van het tapijt we ven aan. Hij liet twee der
meest vermaarde « tapissiers » Marcus Kooman en
Frans van Planken uit de Nederlanden (Vlaanderen)
komen, die den last ontvingen een nieuwe weverij,
in den Faubourg St Antoine opterichten, « pour

(1) Zie Dïetsche TVarande, blz. 151.
 
Annotationen