Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 9.1896

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26591#0303

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
BosftenKsnnis.

De Wonderkerk van Hakendover, volkslegende uit de 7® of

8e eeuw, in rijm gesteld door Bodewijk De Koninck, Mechelen,
Yan Velsen, 1896.

Het wonder, in dit sierlijke gedicht bezongen, wordt verhaald in
eene brochure van Pastoor-Deken Bets : Geschiedenis der gemeente
en der mirakuleuse Kerk van Hakendover,omstreeks 1873 te Leuven
bij K. Peeters uitgegeven.

De beschrijving van het Hageland en dezes inwoners, die u « Diest
en de H. Joannes Berchmans » van denzelfden schrijver in het geheu-
gen brengt, is treffend van waarheid : het is naar de natuur geschil-
derd, met kloeke en tevens malsche tonen. De Koninck speelt — te
gemakkelijk wellicht — met het groote vers. Levendig zijn de tafe-
reelen aan de legende van de drie maagden en van het door hen
met uiterste moeite gebouwde heiligdom toegewijd. Het slot, de groote
bedevaartprocessie, is wellicht het bestgelukte stuk; het onderwerp
is dichterlijk van aard, en De Koninck heeft het puik en zieleroerend
uitgewerkt. De zegening evenaart Karei de Gheldere’s fraai gedichtje
over hetzelfde onderwerp. Rechts en links sluimert het verhaal ten
gevolge van eenige uitweidingen. De Paaschhymne, hoewel niet onont-
beerlijk, is een verdienstelijke zegezang, sterk gemotiveerd door Schaep-
man’s voorzang van Aya Sophia, evenals de aanroeping de « legen le »
in het begin den aanhef van Sdraepman’s Vondel herinnert.

Het netgedrukte boekje van zoowat 70 bladz. is versierd met
8 zeer prachtige photolypies van B. Kühlen, te Gladbach, de kerk,
het merkweerdig altaarblad uit de 14® eeuw en daarvan enkele tafereelen
voorstellende, die in het gedicht berijmd zijn.

Kard. Manning’s Commentaar op de encycliek « Rcrum
novarum » door P. J. Aalberse. Haarlem, Coebergh, 1896, XXXVII
en 68 blz.

Ofschoon het onderwerp waaraan dit boekje is gewijd minder
tot het gebied der Dietsche Warande behoort, willen wij toch een
woord van aanbeveling over de verhandeling van den heer Aalberse
uitspreken.
 
Annotationen