EBBaBraMaBKaagaBaagaggÊ
DICHTKUNST, LETTEREN.
door Emanuel Hiel.
iE wekkerin des levens straalt ten oosten,
! De wekkerin des levens lacht in rozen,
Ze zoent een schoone slaapster om te troosten
Haar liefdeleed, tot dezer wangen blozen,
Als morgendschemer, tusschen hare lokken
Bïaauw-zwart, omgolvend haren blanken boezem.
En waren niet heur wangen saamgetrokken
Zoo droef, als ’t mondje, dat als leeljenbloesem
Goed geurt.. Nooit zou men blijder diep beschouwen
Een liever wezen.
’t Zonnelicht stijgt hooger
En glijdt gloedglinstrend, schenkend teer vertrouwen
De schoone slaapster.
’t Zonnelicht stijgt hooger,
Straalt open heur blauwe oogen, die vol tranen,
Als paaiden blikkren, in heur iris-schoonheid...
Ze dwalen rond, als zoeken ze te banen
Een weg, waar warme liefde zich ten toon spreidt.
Zij murmelt ingetogen, als een duifjen teeder :
DICHTKUNST, LETTEREN.
door Emanuel Hiel.
iE wekkerin des levens straalt ten oosten,
! De wekkerin des levens lacht in rozen,
Ze zoent een schoone slaapster om te troosten
Haar liefdeleed, tot dezer wangen blozen,
Als morgendschemer, tusschen hare lokken
Bïaauw-zwart, omgolvend haren blanken boezem.
En waren niet heur wangen saamgetrokken
Zoo droef, als ’t mondje, dat als leeljenbloesem
Goed geurt.. Nooit zou men blijder diep beschouwen
Een liever wezen.
’t Zonnelicht stijgt hooger
En glijdt gloedglinstrend, schenkend teer vertrouwen
De schoone slaapster.
’t Zonnelicht stijgt hooger,
Straalt open heur blauwe oogen, die vol tranen,
Als paaiden blikkren, in heur iris-schoonheid...
Ze dwalen rond, als zoeken ze te banen
Een weg, waar warme liefde zich ten toon spreidt.
Zij murmelt ingetogen, als een duifjen teeder :